monkey business op sumatra - Reisverslag uit Samosir, Indonesië van Roel en Eugenie - WaarBenJij.nu monkey business op sumatra - Reisverslag uit Samosir, Indonesië van Roel en Eugenie - WaarBenJij.nu

monkey business op sumatra

Door: roeleneugenie

Blijf op de hoogte en volg Roel en Eugenie

26 Augustus 2013 | Indonesië, Samosir

Hello mister (en geen madam),      

  Het vuil verzamelt zich in no time onder onze nagels, airconditioning komen we nauwelijks meer tegen (en dat vinden we niet zo erg), net zo min als spoelbakken op het toilet (doorspoelen doe je met emmertjes water) of warm water voor de douche, soms valt de electriciteit uit of is er even geen stromend water meer, locals willen met de orang bule (blanke buitenlanders) op de foto (nou ja, vooral met 'reus' Roel dan) en het is speuren naar wifi spots (dat je dit nu leest betekent dat we er een gevonden hebben). Selamat datang (welkom) op Sumatra, Indonesie. Voor ons is de wereldreis nu pas echt begonnen. De eerste negen dagen zaten we gepropt in brullende bussen, was het inschuiven in bemo's (minibussen, er passen vijf mensen op een rij als iemand de deur even vasthoudt), moest Roel zich dubbelvouwen in opulets (mini-minibusjes met bankjes aan weerszijden van het busje), en was het passen, meten en balanceren om met twee personen en bagage in een becak (de Indonesische variant van de tuk-tuk, een brommer waarbij de passagiers in een bakje naast de chauffeur zitten) van a naar b te komen.      

  Ook het vliegtuig van Penang naar Medan, onze eerste bestemming op Sumatra, was niet al te groot, een tweemotorig propellortoestel met circa zeventig zitplaatsen van de Maleisische prijsvechter FireFly. Het was meer een vliegende bus. Roel kon er net rechtop in staan, met zijn hoofd tegen het plafond. Door vroeg te boeken hadden we tickets weten te scoren voor 12,50 euro pp. Inclusief de kosten van de lokale bus van Georgetown naar de luchthaven van Penang, de (relatief dure) trein van de pas geopende nieuwe internationale luchthaven van Medan naar de stad en de becak naar ons guesthouse kwamen we uit op totale transferkosten van 18,65 pp. Niet slecht voor een internationale verplaatsing. We arriveerden vorige week zaterdag 17 augustus, de Indonesische onafhankelijksdag. 68 jaar geleden verklaarde Indonesie zich onafhankelijk van Nederland (de daadwerkelijke onafhankelijkheid volgde pas vier jaar later). Als vertegenwoordigers van de voormalige kolonisator kwamen we desalniettemin zonder problemen het land in.      

  Medan is met twee miljoen inwoners de derde stad van Indonesie. We hadden er grote verkeerschaos verwacht, maar dat viel mee al ademde je ook nu vooral vuile lucht. Vanwege onafhankelijkheidsdag was bijna alles dicht. Veel viel er niet te zien. De halve dag die wij hadden vonden we al ruim bemeten. Het meeste vertier boden de officiele festiviteiten op het Merdeka (vrijheid) plein in het centrum. Maar we zijn ook niet op Sumatra voor de steden, maar voor de natuur en een relaxed reistempo. In Maleisie hadden we dat laatste al enigszins teruggeschroefd, nu hebben we de voet helemaal van het gaspedaal gehaald. Onze eerste bestemming was Bukit Lawang, op 2,5 uur rijden langs uitgestrekte palmplantages van Medan gelegen, waar we orang oetangs wilden zien. We dachten naar een klein rustig dorpje aan de rand van de jungle te gaan, maar belandden in een toeristencircus, een kruising tussen een waterpretpark en een Indiaas pelgrimageoord waarbij duizenden mensen verkoeling zoeken in en tuben (raften met grote binnenbanden) op de rivier die met verschillende stroomversnellinkjes door Bukit Lawang stroomt. We hadden een Maleisisch weekend deja vu. Gelukkig keerde aan het eind van de zondag de rust weer en konden we de de doordeweekse dagen erna genieten van de omgeving.

  Bukit Lawang ligt aan de rand van het Gunung Leuser National Park, een uitgebreid junglegebied in het noorden van Sumatra. We hadden hier een guesthouse uitgezocht waar we voor 12 euro per nacht de duurste kamer hadden geboekt, met vanaf ons balkon 'panoramic view' op de jungle van Gunung Leuser aan de overkant van de rivier. Rondlopend door het dorp vonden we maar weinig andere guesthouses die een vergelijkbaar uitzicht konden bieden. Het was een perfecte plek om naar de ruisende rivier en junglegeluiden te luisteren (met aan het eind van de dag steeds een knetterend onweer), wat te lezen, in de hangmat te luieren, 'ins blaue hinein' te staren, lekker te eten en in de (ijskoude) rivier te dobberen. Twee keer kregen we bezoek van makaken op zoek naar etenswaren (die we keurig hadden opgeborgen in de metalen box in onze kamer, zodat ze geen voedsel zouden ruiken). De ontmoetingen verliepen niet helemaal vlekkeloos. Misschien wat gefrustreerd doordat ze niks te eten kregen werd een enkel aapje wat agressief. Hoewel we voor deze reis rabiesinjecties hebben gehaald leek het (vooral Eugenie) toch verstandiger om ons maar even binnenskamers te verschansen. De ontblote tandjes zagen er toch wel vervaarlijk uit.    

    Het was verleidelijk om hier in een staat van complete lethargie weg te glijden, maar er we zouden toch in actie moeten komen om datgene te kunnen zien waarvoor we vooral naar Bukit Lawang waren gekomen: orang oetangs. Dat kan hier tweemaal daags bij het voedingsplatform van het Orang Utan Rehabilitation Center, waar ze worden klaargestoomd voor een terugkeer in de natuur, maar je kan ook semiwilde orang oetangs spotten tijdens jungle treks door het nationale park. Dat laatste hebben wij gedaan. Binnen het uur was het al raak en zagen we een moeder met baby en een puberende zoon. Wauw. Omdat een paar Spaanse toeristen bananen en wortels gingen voeren, kwamen ze uit de boomtoppen naar beneden zodat we ze van heel dichtbij konden zien. Hoewel het voeren van de apen absoluut not done is, bood het ons wel de mogelijkheid om prachtige foto's te maken. Daarna hadden we nog drie orang oetang spots, al zijn twee wat dubieus (denk aan een arm die uit het bladerdek steekt). Het zien van een volwassen mannetje van een kilo of honderd dat door de bomen slingerde was daarentegen wel weer indrukwekkend.    

Verder zagen we onder meer een Thomas' leaf aapje (de punkrocker van de jungle) en nog wat ander wild tijdens vijf zweterige uurtjes wandelen en klauteren. Het was daarom lekker om over de rivier terug naar Bukit Lawang te tuben. Er was echter een probleem: om bij de rivier te komen moesten we een half uur over smalle, glibberige paadjes, boomwortels en rotsen zigzaggend steil afdalen. Eugenie was hier niet blij mee (en dat is een understatement). Tot dan vond ze de hike door de jungle vooral vermoeiend, nu vond ze het ook nog eens doodeng. Voor het eerst deze reis was ze niet erg blij met de keuzes van reisleider Roel. "Dit doe ik nooit weer", mocht hij een paar keer horen. Hij hoopt nu dat ze dit over een paar weken weer vergeten is..... Het tuben bleek wat minder avontuurlijk, daarvoor waren de stroomversnellingen niet heftig genoeg, maar leuk en verkoelend was het wel. Van ons had het wel wat langer dan twintig minuten mogen duren.    

Vervolgens zijn we met de minibus teruggegaan naar Medan om daar de bus te pakken naar Berastagi, dat zo'n 2,5 uur rijden ten zuiden van de stad ligt. Dat ging weer soepeltjes zoals we dat inmiddels gewend zijn: we werden afgezet naast de bus naar Berastagi en voor we er erg in hadden lagen onze rugzakken al boven op het dak. Even rustig orienteren is er niet bij. Het Indonesisch openbaar vervoer oogt chaotisch en inefficient met tal van eigenaardigheden, maar brengt je veelal wel precies op de plaats van bestemming. Er wordt namelijk overal gestopt waar je maar wilt in- en uitstappen. Omdat Indonesiers het vertikken om ook maar een paar meter te veel te lopen zie je in de praktijk dat een busje stopt om passagiers in te laden om daarna vijftig meter verderop andermaal te stoppen om iemand eruit te laten. Omgekeerd zie je hetzelfde: terwijl de ene passagier zich uit het busje wurmt staat vijftig meter verderop de volgende te wachten op oogepikt te worden, maar even naar het busje toe komen lopen; ho maar.        

Berastagi ligt op 1.300 meter hoogte, waardoor de temperaturen overdag zomers aangenaam zijn en 's avonds zelfs een tikkie fris. Hier hebben we onze vieze kleren van de hike in Bukit Lawang laten wassen en hebben we ons weer flink ingespannen door de Gunung Sibayak te beklimmen, een vulkaan op 2.094 meter hoogte. Dat betekende vijf kilometer heen en weer terug waarbij we ruim zeshonderd hoogtemeters moesten overwinnen, met steile stukken met stijgingspercentages boven de twintig procent. Na eerdere mislukte pogingen om in de muil van een vulkaan te kijken (wolken of giftige gassen waren steeds spelbrekers), hadden we nu wel succes. Het was niet helemaal wat we er van hadden verwacht: geen mooi gekleurd meer of kolkende lava, maar een troebel poeltje en rotsstenen die door eerdere bezoekers in woorden waren gelegd. Wel kwam op verschillende plekken de stoom met veel gebrul uit de rotsen en waren de uitzichten mooi.        

Daarna hadden we nog voldoende energie om het Karo-dorp Lingga in de buurt van Berastagi te bezoeken, waar we van de lokale gids uitgebreid uitleg kregen - in het Nederlands! De Karo zijn een van de vijf stammen die samen de Batak vormen, de oorspronkelijke bewoners van dit deel van Sumatra. Bij de huizen van de in meerderheid christelijke Batak - waarin meerdere families samen wonen - vallen vooral de aan voor- en achterzijde omhoog wijzende puntdaken op. In Lingga zijn nog een paar van deze huizen bewaard gebleven, evenals in Dokan, een ander Karo-dorp, waar we op weg naar het Toba-meer langskwamen met het toeristenbusje waarmee we onszelf maar eens hadden verwend. Toeristenbusjes rijden hier tussen de populairste bestemmingen, maar zijn soms aanzienlijk duurder dan het reguliere ov, zonder erg veel tijdswinst op te leveren. Het enige voordeel is dat je wat ruimer zit. Nu kon er wel tijdswinst worden geboekt, was het prijsverschil kleiner en werden onderweg nog wat toeristische stops gemaakt, dus was de keuze snel gemaakt.

    Zo maken we onze keuzes: goedkoop als het kan - we willen de lokale flavour blijven proeven -, maar we zijn ook bereid meer uit te geven als dat aanzienlijk gemak of comfort oplevert. Zo hebben we gisteren vliegtickets gekocht van Medan naar Padang in het westen van Sumatra. We willen namelijk over enkele dagen naar Bukittinggi. Dat kan vanaf het Toba-meer middels een nachtbus via verschrikkelijk slechte slingerwegen. Die bus doet er 15-20 uur over. Omdat we een beetje watjes beginnen te worden opteren we er echter voor terug te gaan naar de luchthaven van Medan (4-5 uur met een opvallend goedkope toeristenbus), een uurtje te vliegen, in Padang te overnachten en de volgende ochtend naar Bukittinggi te gaan (2 uur per bus). Dat lijkt ons een stuk relaxter.      

  Over het Toba-meer: dat is het grootste meer van Zuidoost-Azie en is naar schatting 70.000 jaar geleden ontstaan als gevolg van een enorme vulkaanuitbarsting. De krater vulde zich vervolgens met water. Midden in het meer ligt een groot eiland: Samosir. Daar bevinden we ons nu. In het toeristische centrum Tuk Tuk hebben we ons intrek genomen in een klein guesthouse aan de rand van het meer. Ongelukkig genoeg kwamen we op zaterdag aan. Dat betekende 's avonds overlast van karaoke van een nabijgelegen resort enkele honderden meters verderop. Omdat de avond daarvoor karaoke ons ook al tot 's avonds laat wakker had gehouden, besloot Roel om half twaalf maar eens poolshoogte te gaan nemen. Bleek dat er naast twee vals zingende mensen op het podium, slechts 4-5 gasten als toehoorder aanwezig te zijn. Na Roel's bezoek hield het gelukkig snel op, om om half acht 's ochtends een vervolg te krijgen met razende jetski's die iedereen wakker maakten. Een paar uur later waren de Indonesische toeristen weer vertrokken en nu lijkt het soms of we het rijk alleen hebben.      

  Vandaag was het plan om op een brommertje het eiland te verkennen, maar na een nacht onafgebroken regen, verloopt ook de morgen regenachtig en grijs. Een mooi moment om een verhaal te tikken. Het is een beetje uitgebreid geworden, maar dat komt misschien omdat we tot nu toe erg enthousiast zijn over Sumatra en Indonesie. Nu eerst lunchen met nasi goreng of een enorme ananaspannenkoek (en dat is echt met een enorme berg ananas!) om daarna lekker wat rond te hangen in de tuin of de vijftig meter te overbruggen die ons scheiden van een verfrissende duik in het Toba-meer. Dat brommertje komt morgen of overmorgen wel. Nog 173 dagen te gaan. O ja, we kregen al eerder vragen over foto's. Die plaatsen we al zo'n beetje vanaf het begin bij elk verhaal. Je vindt ze door na elk verhaal nog even naar beneden door te scrollen.        

Selamat tinggal, Eugenie en Roel

  • 03 September 2013 - 19:53

    Hanneke Tutupoly:

    Heerlijk om door jullie reisverhaal onze vakantie nogmaals te beleven.
    Toba en Bukit Lawang, heerlijk.
    Ik hoop voor jullie dat de pin-problemen mee gaan vallen; ik had daar nog niet over gehoord.

    Geniet nog even verder, en niet altijd met je neus is een dwarsligger.

    Hanneke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Roel en Eugenie

Roel en Eugénie trekken de wijde wereld in.

Actief sinds 16 Sept. 2011
Verslag gelezen: 463
Totaal aantal bezoekers 115657

Voorgaande reizen:

25 September 2015 - 08 November 2015

Peru, Bolivia, Chili en Paaseiland

13 Maart 2015 - 29 Maart 2015

2015 Midden - Oosten

14 November 2014 - 13 December 2014

2014 Myanmar

01 Juli 2013 - 01 Februari 2014

2013 Wereldreis

21 December 2012 - 30 December 2012

2012 Riga en Vilnius

19 September 2012 - 21 Oktober 2012

2012 USA

12 Juni 1969 - 31 Augustus 2012

Wij zijn geweest in............

07 Oktober 2011 - 06 November 2011

2011 Japan

08 Oktober 2010 - 08 November 2010

2010 India

14 September 2009 - 14 Oktober 2009

2009 Zuid-west Amerika

07 Oktober 2008 - 11 November 2008

2008 Marokko

09 Augustus 2007 - 24 November 2007

2007 Tibet, China, Rusland, Mongolie,

12 Oktober 2006 - 17 November 2006

2006 Zuid India

11 November 2005 - 21 December 2005

2005 Thailand - Cambodja

30 November 2002 - 30 November 2002

2003 Mali - Ghana - Burkina Faso

30 November 2001 - 30 November 2001

2002 Vietnam

30 November 2003 - 30 November -0001

2004 Sri Lanka

Landen bezocht: