Cavia kluiven in Cusco
Door: Roel en Eugenie
Blijf op de hoogte en volg Roel en Eugenie
12 Oktober 2015 | Peru, Puno
Gisteren was het dan zover: we gingen cavia eten. Het was het laatste uit een lijst Peruaanse specialiteiten waar we ons aan wilden wagen. Tot nu toe was de typisch Peruaanse keuken ons nog niet heel erg goed bevallen. Dat ceviche, het nationale gerecht bestaande uit rauwe vis gemarineerd in citrussap, niet meteen lekker weg zou happen was geen verrassing. We zijn beiden geen echte viseters, laat staan rauwe vis.
Maar ook causa (een gerecht van aardappel en avocado), aji de gallina (kip met gecondenseerde melk en gele peper) en anticucho (runderhart, maar dat zie je op je bord niet terug hoor) vonden we niet echt bijzonder. Niet verrassend viel lomo saltado wel goed in de smaak: dit gerecht is aziatisch-peruaanse fusion avant la lettre – een roerbakgerecht met rundvlees, groenten, sojasaus en frieten. Lekker, maar slecht voor de lijn. Ook erg lekker is alpaca. We hebben het inmiddels als steak, hamburger en op de pizza gegeten. Wel even vergeten dat de beestjes er levend zo lief uitzien.
Datzelfde geldt voor cuy, oftewel cavia. We hadden expres tot Cusco gewacht om het te proberen, want hoewel het in heel Peru op de menukaart staat, is het een gerecht uit de Andes. Als westerlingen kijken we misschien vreemd aan tegen het eten van cavia, maar hier is het heel gewoon. Cavia’s worden in veel huishoudens gehouden om op te eten en cuy is vooral een gerecht voor speciale gelegenheden.
Dat bleek ook in de picanteria – traditioneel Peruaans eethuis – in Cusco die ons door de eigenaar van het guesthouse waar we verbleven was aanbevolen. Veel Peruanen waren er op hun paasbest gekleed; jochies met colbertje aan en stropdasje voor, meisjes in hun netste jurkje. En wij in toeristenoutfit: short en t-shirt.
We kozen elk een van de twee varianten op de menukaart: gebakken of gefrituurd. De gebakken variant was het meest fotogeniek (een duidelijk zichtbare, kale cavia), maar was ook het lastigst te eten. Volgestopt met een soort riet leek het wel, was het beestje meer bot dan vlees. Roel had eigenlijk geen idee wat hij ermee moest aanvangen. De platgeslagen gefrituurde versie van Eugénie was wat beter te verteren, maar ook van dit exemplaar zijn we niet echt enthousiaste cuyliefhebbers geworden. Het was een bijzondere eetervaring, maar tegelijk ook iets eenmaligs.
Met het verorberen van de cuy sloten we een week Sacred Valley, het toeristische epicentrum van Peru, af. We verbleven ook voor het eerst eens ergens langer dan een of twee nachten. In de oude Inca-hoofdstad Cusco (of Cuzco zo men wil) verbleven we vier nachten. Was ook wel eens lekker en eindelijk ook tijd om de was te doen. We waren inmiddels toe aan ons laatste verschoninkje.
Cusco was ook een mooie plek om wat langer te verblijven. Naast een overvloed aan reisbureautjes en souvenirshops en –verkopers (op de Plaza de Armas zijn ze een ware plaag), zijn nergens anders in Peru zoveel overblijfselen uit de Inca-tijd en de Spaans koloniale tijd bewaard gebleven. Veel mooie kerken, maar helaas mocht je bijna nergens binnen fotograferen. Balen. We zijn nu echter ook wel een beetje Spaans koloniale geschiedenis moe.
Verder kon je er lekker rondstruinen door de smalle, soms steile, straatjes met kinderkopjes. Enige nadeel was dat je de straatjes moest delen met auto’s; het was af en toe oppassen niet door een spiegel van een passerende auto geraakt te worden. De Inca-overblijfselen hier vonden we trouwens minder imposant dan wat we eerder buiten Cusco hadden gezien (en vooral na Machu Picchu natuurlijk).
Zo zijn we vanuit Cusco ook nog met de ‘collectivo’ (minibus) naar Pisac geweest. Dit dorp staat vooral bekend om zijn markt (vonden we supertoeristisch) en wat minder om zijn oude Inca-fortificaties en –terrassen (vonden we geweldig). We lieten ons in een taxi naar boven brengen om vervolgen in 1,5-2 uur te voet tussen de terrassen door af te dalen.
Vandaag zijn we met de bus naar Puno gereden, onze laatste bestemming in Peru voor we naar Bolivia gaan. We zitten hier weer een stuk hoger. Cusco ligt op zo’n 3.326 meter hoogte, Puno is nog eens 500 meter hoger. Wat dat betreft was de keuze van ons hotel aan het eind van een steil straatje niet zo handig. En dan hebben we ook nog een kamer op de derde verdieping. Even puffen dus… We zijn hier vooral voor het Titicaca-meer, maar daarover een volgende keer meer.
Als je ze al niet had gezien: foto’s van Cusco, Pisac en de cuy staan op onze Facebook- en Instagram-pagina’s: @takeusanywhere.
Hasta luego,
Eugénie en Roel
-
12 Oktober 2015 - 10:52
Marij:
Klinkt weer als een avpntuurlijke reis!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley