2009 Zuid-west Amerika - Reisverslag uit San Francisco, Verenigde Staten van Roel en Eugenie - WaarBenJij.nu 2009 Zuid-west Amerika - Reisverslag uit San Francisco, Verenigde Staten van Roel en Eugenie - WaarBenJij.nu

2009 Zuid-west Amerika

Door: roeleneugenie

Blijf op de hoogte en volg Roel en Eugenie

16 September 2011 | Verenigde Staten, San Francisco



De vliegtickets voor 2009 zijn al geboekt!

26 December 2008
By roeleneugenie on 14:34
Het jaar 2009 is nog niet begonnen, maar onze vliegtickets voor 2009 zijn al wel weer geboekt.
Op maandag 14 september zullen we vanaf Amsterdam, via Londen vliegen naar San Francisco. Op 14 oktober zullen we vanaf San Francisco via Londen weer terug vliegen naar Amsterdam.
In Amerika zullen we met een huurauto o.a. de volgende plekken bezoeken: Yosemite National Park, Death Valley, Las Vegas, Zion National Park, Grand Canyon National Park, San Diego en Los Angeles.



Got a long long way to goooooo, 1 July 2009

Het kan nog een beetje veranderen, maar onze route ziet er als volgt uit:
Ma 14/09 Amsterdam – San Francisco, overnachting Parc 55 hotel
Di 15/09 San Francisco
Wo 16/09 San Francisco
-
-
-
-
Do 17/09 San Francisco – Jamestown – Sonora – Columbia SHP – Yosemite NP,overnachting in House Keepingcamp
18/0Vr 9 Yosemite Np
-
-
-
Za 19/09 Yosemite NP – Tioga Pass – Bodie – Lee Vining (Mono Lake),overnachting Lake View Lodge -
-
-
-
-
-
Zo 20/09 Lee Vining – June Lake – Death Valley , overnachting Furnace Creek Ranch
-
-
-
-
-
Ma 21/09 Death Valley – Badwater – Las Vegas, overnachting Tuscany suites
Di 22/09 Las Vegas
Wo 23/09 Las Vegas (Valley of Fire)
-
-
-
Do 24/09 Las Vegas – Oatman – Kingman – Seligman – Williams, overnachting motel 6
-
-
-
-
Vr 25/09 Williams – Grand Canyon , overnachting in Bright angel lodge
-
-
-
-
-
-
-
Za 26/09 Grand Canyon – Horseshoe Bend – Page, overnachting Bashful bob’s motel
-
-
-
-
-
-
Zo 27/09 Page (Antelope Canyon) – Kanab – Zion NP, overnachting in Zion Park motel
Ma 28/09 Zion NP
-
-
-
-
-
Di 29/09 Zion NP – Bryce Canyon , overnachting Grand Staircase Inn
-
-
-
-
Wo 30/09 Bryce Canyon – Highway 12 – Capitol Reef NP – Moab, overnachting Inca Inn
Do 1/10 Moab (Arches NP)
Vr 02/10 Moab (Dead Horse Point State Park, Canyonlands NP/Island in the Sky)
-
-
Za 03/10 Moab – Moki Dugway – Valley of the Gods – Monument Valley, Cortez , overnachting Tomahawk Lodge-

-
-
-
-
-
-
Zo 04/10 Monument Valley – Wupatki/Sunset Crater Volcano NM – Flagstaff, overnachting Highland Country Inn
-
-
-
-
Ma 05/10 Flagstaff – Oak Creek Canyon – Sedona – Jerome – Prescott, overnachting motel 6
-
-
-
-
-
Di 06/10 Prescott – Joshua Tree NP – Palm Springs, overnachting Travel lodge
-
-
-
-
-
Wo 07/10 Palm Springs – San Diego, overnachting Bay Club Hotel & Marina

Do 08/10 San Diego
Vr 09/10 San Diego
-
-
Za 10/10 San Diego – Los Angeles, overnachting Hollywood City Inn
Zo 11/10 Los Angeles
-
-
-
-
-
-
Ma 12/10 Los Angeles – Santa Barbara – Lompoc – Morro Bay, overnachting Best Western Tradewinds Motel
-
-
-
-
-
-
Di 13/10 Morro Bay - San Simeon (Hearst Castle) – Big Sur – Monterey, overnachting America’s Best Value Stage Coach Lodge
-
-
-
-
-
Wo 14/10 Monterey – San Francisco – Amsterdam


Change of plans/planes, 5 September 2009

Nog 8 dagen te gaan voor dat we naar Amerika vliegen. We hebben er reuze veel zin in. Vandaag kwam daar ineens nog een email binnen, met de mededeling dat onze vluchttijden weer verandert zijn. Inmiddels de 3de keer dat er een wijziging is. De vorige keren betrof het slechts een kleine wijziging.
Maar nu toch wel grote wijzigingen! In plaats van 11.40 vertrekken we nu om 9.40 vanaf schiphol naar londen, waar we vervolgens 2 uur meer overstap tijd hebben. De terugreis vanaf San Franciso zou beginnen om 12.31, maar is gewijzigd in 19.17. Normaal gesproken is dat helemaal niet erg…..maar nu baalt Eugenie toch wel. We zouden namelijk op 15 oktober om 10.40 landen op schiphol, maar dit wordt 17.15.
Hierdoor mist Eugenie de opening van de nieuwbouw van haar werk. (ja dat wisten we ook niet toen we ruim 8 maanden geleden deze vlucht boekte). Eugenie had al een tasje met kleren en schoenen klaar liggen om voor haar vakantie op haar werk neer te leggen. Vanaf het station in Groningen kon ze dan gelijk doorgaan naar de Dagbesteding, want de opening wilde ze eigenlijk niet missen. Het tasje kan ze weer uitpakken, maar voorlopig baalt ze nog heel even.
Ondertussen kunnen we dan ook nog eens gaan na denken wat we met deze ruim halve dag extra vakantie kunnen gaan doen.



Here we go again!! 13 September 2009

De rugzakken zijn gepakt, dit jaar voor het eerst een boel extra electronica mee: mp3-spelers, laptop met externe dvd-speler/brander, navigatie. Alleen voor deze spullen is er een extra rugzak handbagage mee.
Vandaag vangt de reis al een beetje aan. We vertrekken naar Lisse, alwaar we overnachten en maandagochtend vroeg met de bus naar schiphol afreizen.
Via Londen, reizen we naar San Francisco, alwaar we snel naar het hotel zullen gaan, het is eind van de middag als we aankomen, maar met ons Nederlandse gevoel is het al diep in de nacht.
De verwachting is dan ook dat we vroeg in de ochtend wakker zijn. Via Internet hebben we voor dinsdag de boot van 9.30 geboekt naar Alcatraz. ’s Middags staat een fietstocht over de brug op het programma. Woensdag rondkijken in San Francisco en ’s avond naar de baseball wedstrijd: de San Francisco Giants tegen de Colorado rockies.
Donderdag de huurauto opgaan halen en ‘On the road’ naar Yosemite National Park.
Hoewel we een laptopje bij ons hebben zal het enige tijd duren voor jullie wrs iets kunnen lezen over onze reis. Ons luxe hotel in San Francisco vraagt een absurd hoge prijs om van Wifi gebruik te maken (de dollarkoers mag dan momenteel erg gunstig staan, maar we zijn niet gek) en in de Nationaal Park zal ook geen internet verbinding zijn. Misschien is de eerste optie pas in Viva Las Vegas, over een week.
Wij zijn er in iedergeval klaar voor, hebben er enorm veel zin in!!!
Bye bye!!!
Eugenie en Roel


so many things in so little time, 24 September 2009

Hi, how are you today???
Dat is de vraag die je hier heel vaak gesteld wordt. Met ons gaat het goed, maar so many things in so little time! Hierdoor zijn we er nog niet toe gekomen om een verhaal te maken.
Vandaag verlaten we Las Vegas en gaan we back to nature, dus misschien gaat het daar lukken.
We hebben het ongeloofelijk naar onze zin en verder gaat het oke!
groetjes, eugenie en roel

The Streets of San Francisco, 25 September 2009

The Streets of San Francisco
Hè, hè, het heeft even geduurd maar hier dan eindelijk een bericht uit de States. Tot nu toe is het er nog niet van gekomen om berichtjes voor de weblog te tikken omdat we er geen zin in of geen fut voor hadden (en af en toe ook omdat gratis wifi ontbrak). Ondanks het toch wat ruimere reisprogramma dat we dachten te hebben samengesteld komen we vaak tijd te kort. Er is ook zoveel te zien en te doen hier. Van uitrusten komt dan ook weinig. Roel heeft zelfs nog geen letter in zijn boek gelezen.
Laten we bij het begin beginnen. Dat leek al bijna fout te gaan. We dachten voor onze vluchten van Amsterdam naar Londen met British Midland en van Londen naar San Francisco met United Airlines genoeg te hebben aan ons reserveringsnummer, maar omdat we via een online reisbureau hadden geboekt bleken we ook een fysiek ticket te moeten hebben. Hadden we dus niet ontvangen. Door het e-ticketnummer op te vragen was dat euvel echter snel verholpen.
Over vliegen met United Airlines hadden we wat slechte commentaren gelezen met name met betrekking tot de catering aan boord. Dat viel juist reuze mee. De eerste maaltijd was zelfs erg lekker en we kregen meer te drinken dan ooit tevoren. De maaltijd vlak voor de landing was wel een tikkie vreemd: een broodje vergezeld van een zakje chips en een twix. Voorbereiding op de Amerikaanse eetgewoonten zullen we maar denken.
De douanepassage verliep onverwacht vlot. Thuis hadden we al het zogeheten ESTA-formulier mogen invullen waarop je onder meer mag verklaren dat je nooit eerder deel hebt genomen aan terroristische acties en dat je dit voorlopig ook niet van plan bent (alsof je dat zou aangeven als dit anders zou zijn geweest…..). Na het nemen van vingerafdrukken en het maken van een fotootje werden we vervolgens als betrouwbare ‘alien’ toegelaten.
In San Francisco hadden we via Priceline (een website die de mogelijkheid biedt op hotelkamers te bieden zonder dat je weet welk hotel je krijgt) voor minder dan 70 euro het viersterren Parc 55 hotel gescoord. Daar konden we ons de eerste nachten onderdompelen in luxe, al hadden die vijf kussen per bed en die enorme flatscreen tv voor ons niet zo gehoeven. Het uitzicht vanuit onze kamer op de 16de verdieping was echter mooi en de locatie vlakbij Union Square, met de autoverhuurder om de hoek en het draaipunt van de ‘cable car’ bijna voor de deur was erg handig.
We hadden twee dagen de tijd om alle bekende bezienswaardigheden van San Francisco te bezoeken, zoals het gevangeniseiland Alcatraz (wat vooral de moeite waard was vanwege de audiotour met verhalen van gevangenen en bewaarders), het weinig bijzondere Pier 39 met als sterattractie de honderden zeeleeuwen die er hun vaste stek hebben gevonden, de zogeheten Postcard Row bij Alamo Square, het Cable Car Museum en Chinatown (we waanden ons echt weer even terug in China, maar dan met Amerikaanse prijzen). En uiteraard hebben we Streets of San Francisco bedwongen, een goede training voor de nationale parken later.
Waar met name Roel zich op had verheugd was het huren van fietsen om daarmee over de Golden Gate Bridge te fietsen. De brug wordt wel eens ‘the lady in the mist’ genoemd. En je zult dan natuurlijk altijd zien dat als wij er zijn die naam alle eer wordt aangedaan. Zelfs toen we op de brug stonden konden we dat ding amper zien (terwijl we verder tot nu toe vrijwel louter strakblauwe luchten hebben gehad, er was alleen die muur van mist door de Golden Gate). Aan de andere kant van de Golden Gate Bridge fietsten we vervolgens via de plaatsjes Sausalito en Mill Valley naar Tiburon, waar we ferry terug namen naar San Francisco. Het fietstochtje van zo’n 40 km viel Eugénie zwaar. Er was gezegd dat de route vooral vlak zou zijn, maar een inwoner van San Francisco (en Roel) verstaat onder vlak toch wat anders dan iemand uit het vlakke Nederland.
Dan was het toch beter anderen sportief in actie te zien, dus bezochten we een baseball wedstrijd van de San Francisco Giants tegen de Colorado Rockies in het AT&T Park met uitzicht op de baai van SF. Roel deed in de enorme fanshop zijn eerste aankopen en vervolgens nestelden we ons met een Giant hotdog en ‘garlic fries’ op de tribune achter de ‘home plate’ met uitzicht op het grote stadionscherm. Helaas kwam de wedstrijd niet echt op gang. De Giants moesten winnen om uitzicht te houden op de playoffs, maar kwamen nauwelijks op de honken. Het fans bekijken was echter ook leuk. Soms kreeg je het idee dat de wedstrijd maar bijzaak was. Velen kwamen ook pas binnen toen de wedstrijd allang bezig was. Toen ze met nog één inning te gaan 4-0 achterstonden zijn we – zoals zoveel fans – maar weggegaan om de grootste drukte voor te zijn. Later lazen we dat ze nog tot 4-3 waren teruggekomen.
Bye.
Roel en Eugenie

On the road, 25 September 2009

Sinds dag vier van onze trip zijn we de trotse (tijdelijke) bezitters van een Chevrolet Traverse, een SUV die we altijd makkelijk kunnen terugvinden op de parkeerplaats: aubergine van kleur, voorzien van vrolijke Nevada nummerplaten en belachelijk groot. Het uitrijden van SF was met de automaat nog wat onwennig, ook al omdat onze Garmin niet werkte (nog steeds niet trouwens) en we geen wegenkaarten hadden (we dachten, we hebben navigatie bij ons, duh). Op basis van de kaartjes in de Lonely Planet vonden we toch de weg de stad uit en konden we na een uur rijden bij een Walmart onze eerste inkopen doen. De belangrijkste was een piepschuim koelbox met een kekke Amerikaanse vlag er op; een investering van een paar dollar die ons de benodigde besparingen oplevert in goedkope gekoelde drankjes en broodjes. Van concurrent Safeway beschikken we inmiddels over een heuse klantenpas die ons de kortingen geeft op allerlei boodschappen. Als we bij deze supermarkt een griepprik halen kunnen we zelfs nog meer korting krijgen. Dat doen we maar niet…..
De eerste grote stop was Columbia State Historic Park, één van de best bewaard gebleven/gerestaureerde goldrush stadjes in Californië. Omdat het hoogseizoen voorbij was, was niet alles open, maar leuk was het wel – terug naar grootmoeders tijd, maar dan op zijn Amerikaans. Het historische centrum van het nabijgelegen Sonora was beduidend minder interessant. Dat bleek vooral uit winkels te bestaan. Nu hebben we intussen ook wel geleerd dat de term ‘historic’ af en toe met een korreltje zout moet worden genomen. Amerikanen vinden al snel iets historisch.
Columbia en Sonora lagen op weg naar Yosemite National Park. Hier kochten we voor 80 dollar de Interagency Pass die ons toegang geeft tot alle nationale parken in de VS – een koopje. Bij het binnenrijden van het park was al snel de schade zichtbaar van de grote bosbranden die er begin deze maand woedden, het resultaat van een uit de hand gelopen gecontroleerde brand. Yosemite is echter zo enorm groot, dat het slechts een klein deel van het park betrof. De voornaamste sights lagen ver van de branden vandaan. Qua overnachting zetten we een flinke stap terug: we sliepen in het zogeheten Housekeeping Camp, een sterk verouderd kampement van onderkomens – half tent, half betonnen barak. We betaalden hiervoor vrijwel dezelfde prijs als voor de vier sterren in SF. Locatie, locatie, locatie zullen we maar zeggen: midden in Yosemite Valley aan de Merced River.
Alle voedselwaren, maar ook bijvoorbeeld toiletartikelen als tandpasta, moesten hier ’s avonds in een ‘bear locker’ worden bewaard omdat snode beren anders de auto zouden openbreken of je tent met een bezoek konden komen vereren. Volgens ons is dat een deel van de mythe/marketing van Yosemite NP. Maar dat heeft het niet nodig, want het is een prachtig park, met mooie panorama’s een uitgestrekte bossen (mooier dan de Alpen als je het ons vraagt). Hoewel we een wandeling maakten van drie uur in Mariposa Grove met z’n Giant Sequoias zaten we naar onze zin iets te veel uurtjes in de auto. Vooral de rit heen en terug naar Glacier Point was vanwege wegwerkzaamheden lang (en stoffig) – je verwacht ook geen file in een natuurpark -, maar het geduld werd beloond met een prachtige uitzicht over de vallei en de beroemde Half Dome.
Via de erg mooie route over de Tioga Pass ging het daarna naar de andere kant van de Sierra Nevada, naar het gehucht Lee Vining onze uitvalsbasis voor een bezoek aan Mono Lake (een zoutmeer met grillige kalksteenformaties) en Bodie, de best bewaarde ghost town in de VS. In dit in 1859 gestichte stadje zijn veel gebouwen (soms nog met inventaris) in de staat bewaard gebleven zoals ze sinds de ontruiming in 1942 zijn achtergelaten en zijn de restauraties tot een minimum beperkt gebleven. Het was allemaal erg fotogeniek.
Bye bye, Roel en Eugenie

Dead and/or alive, 28 September 2009

Via een korte omweg via het erg mooi gelegen June Lake zijn we vervolgens verder gereden naar Death Valley. Het landschap is sindsdien vooral dor en droog, maar het blijft toch vaak genieten van mooie uitzichten op de bergen van de Sierra Nevada. De dode vallei staat vooral bekend om de hoge temperaturen. Als we ons overnachtingsadres in Furnace Creek bereiken geeft de thermometer 113 graden Fahrenheit aan, zo’n 45 graden Celsius. Dat valt mee, als je bedenkt dat de temperaturen tot boven de 50 graden Celsius kunnen oplopen. Maar ja, de volgende dag begon dan ook de herfst….. Wel waren we zo slim geweest om voor we Death Valley inreden de koelvloeistof voor de radiator te checken. Het reservoir bleek praktisch leeg. Over afkoeling gesproken: daarvoor hoefde je niet in het hotelzwembad te zijn, het water was door de brandende zon gewoon lauw geworden. Zelfs het water uit de koudwaterkraan in onze kamer werd nooit echt koel.
Death Valley heeft op plekken een verrassend mooi landschap. Onze favoriete stek was Zabriskie Point waar we met uitzicht op de veelkleurige heuvels een zelf samengesteld ontbijtje nuttigden. Het uitzicht over de hele vallei vanaf Dante’s View viel helaas een beetje tegen doordat het nogal heiig was. Sneuer was dat we het kleurenspel van de Artist’s Palette misten door foutieve info in de reisgids en het visitor’s center. Er was aangeraden rond zonsondergang te komen, maar dat was eigenlijk te laat om de bergen mooi te zien verkleuren. Verder onder meer het laagste punt van het noordelijk halfrond in Badwater (86 meter onder de zeespiegel) en de zoutvlakte van Devil’s Golfcourse bezocht.
In scherp contrast met de verlatenheid en stilte van Death Valley stond de geluid- en lichtshow die Las Vegas is. We arriveerden er al rond 11.30 uur in de morgen. Volgens Eugénie te vroeg om in ons hotel in te checken, dus konden we net zo goed eerst ons geplande bezoek aan een outlet center afleggen. Afijn, vijf uur later en met voor Roel drie Lee spijkerbroeken, een jas, shirt en korte broek van Tommy Hilfiger, een korte broek van Hurley en een polo van Aeropostale en voor Eugénie….. niets gingen we dan eindelijk richting ons hotel, Tuscany Suites. Eén van onze goedkoopste overnachtingen deze trip, maar wat een kamer. Zelden zo’n ruime hotelkamer gezien. Het enige nadeel was dat het hotel niet lag aan de befaamde Strip, waaraan alle grote hotel-casino’s zich bevinden, maar zo’n 10-15 minuten lopen er vandaan.
Het was toch al opvallend welke afstanden je als bezoeker in Las Vegas moet sjouwen, wil je alles bekijken. De hotel-casino’s zijn megalomaan groot en vaak veelal zo ingericht dat de interessante sights voor niet-gasten/niet-gokkers zich achterin het gebouw bevinden. Dus als je bijvoorbeeld The Imperial Auto Collection (met een erg mooi collectie gerestaureerde klassiekers/sportwagens) in Imperial Palace wilt zien of de flamingo’s in The Flamingo krijg je gedwongen ook het casino en de winkels van het hotel te zien. Dat is niet altijd even boeiend, want hoewel de hotels elk een eigen thema hebben, zien de gokhallen er grotendeels eender uit: heel veel gokkasten met daarachter verveeld ogende spelers die gestaag hun dollars verloren zien gaan.
Toch konden we ons twee dagen en drie avonden prima vermaken met het in- en uitlopen van de casino’s, het bekijken van de gratis avondshows op de Strip (waarvan eigenlijk alleen The Sirens of Treasure Island een spektakel was) en de Fremont Street Experience in het verder weinig boeiende downtown LV, het beklimmen van de Eiffel toren van hotel Paris Las Vegas overdag en de toren van de 345 meter hoge Stratosphere ’s avonds en een beetje light shoppen. In de erg leuke, vier verdiepingen tellende M&M Store kon Eugénie de in het outlet center opgelopen koopachterstand weer een beetje inlopen. De drukte van Las Vegas werd tussendoor nog even onderbroken voor een bezoek aan de Valley of Fire, een uurtje rijden buiten de stad. We hadden ingeschat aan twee uurtjes voldoende te hebben voor dit kleinere nationale park, maar zoals al vaker deze reis hadden we de boel weer eens verkeerd ingeschat. In het namiddaglicht zagen de rotsformaties (en het bikinimodel dat er werd gefotografeerd….) er zo mooi uit, dat we vaak lang bleven hangen en uiteindelijk niet alles hebben kunnen zien.
Voor relaxen bij het hotelzwembad en het doen van de was bleef amper tijd over. Dat hebben we maar gecombineerd: wachten bij het zwembad tot de was klaar was. Uiteraard is een bezoek aan de City of Lights niet compleet zonder een show te bezoeken. Wij hadden via internet Ka van Cirque du Soleil in het hotel MGM Grand geboekt. Eugénie zag daarmee een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. En voor ca. 45 euro pp hadden we ook nog eens een mooie deal. De show draaide letterlijk en figuurlijk rond een beweegbaar podium dat bij sommige acts volledig vertikaal stond. Het theater was dan ook speciaal voor deze voorstelling gebouwd, iets wat in Vegas trouwens niet ongewoon is voor langlopende shows. Eugénie was na afloop helemaal happy: adembenemend had ze het gevonden. En ook Roel had genoten hoor……
Have a great day,
Roel en Eugenie

Route 66 naar de Grand Canyon, 28 September 2009

Waar veel toeristen vanuit Las Vegas zo snel mogelijk richting de Grand Canyon rijden hadden wij gekozen voor de langzamere weg door een deel van Route 66 te volgen. Juist in Arizona ligt één van de laatst overgebleven authentieke trajecten van de weg die ooit Chicago met Los Angeles verbond en die symbool stond voor de motorisering van Noord-Amerika en onder meer aan de weg stond van het ontstaan van het fenomeen motel. Veel is er niet overgebleven van Route 66, het is vooral het idee, maar een aantal plaatsen probeert de herinnering levend te houden (om toeristendollars in het laatje te krijgen uiteraard). Wij pikten – na enig zoeken en vloeken (de vierbaansweg waarop we reden bleek niet de highway die we op de kaart vermoeden, maar een secundaire weg) – Route 66 op in Oatman, een klein westerndorpje met makke ezels in de straten gelegen in een bergachtige omgeving. In Kingman bezochten we het Route 66 museum, waar we in het visitor center ieder een bizar, gratis ‘welcome pack’ kregen. De inhoud bestond uit een reep,een keelpastille, whitener tandpasta, twee advil tabletten en een doosje tampons…… Tijdens een lunch met mega Route 66 hamburgers met sweet potato fries in de pastel groen-roze Mr D’s Route 66 Diner bleven we ons maar verbazen over hoe men in Kingman dacht bezoekers welkom te moeten heten. Via Hackberry (grappig tot privémuseumpje/giftshop omgetoverd oud tankstation) en Seligman eindigde route 66 voor ons in Williams.
Het autorijden is hier overigens erg goedkoop. Hoewel onze SUV redelijk benzine slurpt – we schatten dat ie 1 op 9 à 10 rijdt – blijven de benzine-uitgaven beperkt. In Californië betaalden we bij de eerste tankbeurt in Yosemite Park $ 3,69 per gallon (= 3,785 liter). Dat vonden we met een dollarkoers van circa 1,45 al heel goedkoop. In Nevada en Arizona zitten de prijzen tussen de $ 2,50 – $ 2,80 per gallon. Belachelijk gewoon. En die Amerikanen maar inzetten op het produceren van zuiniger auto’s vanwege de steeds duurder wordende benzine…… Laat ze maar eens een keertje bij ons komen tanken…… Wij maken ons in ieder geval geen zorgen over het aantal kilometers dat we dagelijks rijden. Het aantal uren mag van Roel wel wat minder. Met de soms lage maximum snelheden in de VS schiet het niet altijd even goed op, al brengt de cruise control wel enige verlichting.
Van Williams naar de Grand Canyon was echter maar een uurtje rijden. Eén foto zegt meer dan duizend woorden wordt vaak gezegd (al is Roel het daar natuurlijk niet mee eens…..), maar voor de Grand Canyon wordt dit lastig. Wat hebben we een boel foto’s gemaakt van dit gat in de grond. De eerste foto’s konden we maken vanuit de lucht (!) door met Papillon Grand Canyon Helicopters een vlucht van bijna een half uur te maken. Een prijzig uitstapje, hoewel met een coupon voor tien procent korting en ruim dertig procent dollarkorting zoals wij de gunstige wisselkoers hebben gedoopt de prijs uiteindelijk best nog meeviel. Het was het geld echter meer dan waard – tof volgens Eugénie – en als bonus konden we weer een nieuw vervoermiddel in ons reisregister bijschrijven. Vervolgens hebben we langs verschillende uitzichtspunten op de South Rim foto’s gemaakt met de Bright Angel Lodge als onze uitvalsbasis. Van onze kamer was het hooguit twee minuten lopen naar de rand van de canyon. In de kloof zelf zijn we niet geweest, maar hoe het daar is konden we een beetje ervaren in het IMAX-theater waar een film draaide over de Grand Canyon. Het voelde soms alsof je zelf de stroomversnellingen in de Colorado rivier op de bodem van de kloof bedwong.
See ya, Roel en Eugénie


Vandaag is rood (en morgen ook), 1 October 2009

Autorijden in Utah is een gevaarlijke bezigheid. Door alle mooie landschappen in verschillende roodschakeringen verliest Roel nog wel eens het oog voor de weg en heeft hij moeite om binnen de lijntjes te blijven. Eugénie heeft het als passagier wat dat betreft weer goed getroffen. Zij kan relaxed van de omgeving genieten. Een voorproefje van wat ons in Utah te wachten stond vonden we al rond Page, dat nog net in Arizona ligt. Dit stadje bij Lake Powell is weinig bijzonder maar in de nabijheid liggen Horseshoe Bend en Antelope Canyon. Horseshoe Bend is een bocht in de Colorado River in de vorm van een…… hoefijzer. Duh. Het was een korte maar door de hitte en het zand zware wandeling om er te komen. Het uitzicht was echter bijzonder de moeite waard.
Antelope Canyon is een zogeheten ‘slot canyon’, een gleuf in de rode zandsteen van hooguit twee meter breed en 200 meter lang waar het water grillige vormen heeft gevormd die door het licht dat in de canyon valt fantastische okerkleuren krijgen. Erg lastig om goed te fotograferen, zo ondervonden we. Met mooie folderfoto’s komen we helaas niet thuis. Misschien wordt het toch eens tijd voor een fotografiecursus. Page had zelf trouwens toch nog één attractie: Bashful Bob’s Motel, ons goedkoopste en meest authentieke overnachtingsadres deze reis. Wij sliepen in het appartementje waarin Bob zelf 25 jaar woonde. Hij bivakkeert nu in en camper naast zijn motel, maar maakt af en toe nog gebruik van zijn oude stek. We moesten zijn spullen maar negeren. We weten nu in ieder geval wel waar Bob van houdt: keyboards spelen, barbecueën en tv kijken vanuit zijn tv-stoel met uitsparingen voor een glas, blik of flesje in de armleuningen. Maar waar kwam die sportbeha vandaan?? Misschien draagt hij die op zijn hometrainer. Kinky!
Via de Glen Canyon stuwdam (de op 3 na hoogste dam van de VS) ging het langs de zuidrand van het uitgestrekte Grand Staircase Escalante National Monument richting Zion National Park. We passeerden onder meer het kleine stadje Kanab, dat zichzelf graag Little Hollywood noemt omdat er tot het begin van de jaren zeventig verschillende westerns werden opgenomen. Een gratis museum met enkele decors herinnert aan die tijd. Een ongeplande stop in de buurt van Kanab om een opvallende rotsformatie te fotograferen (maar we inmiddels al weer gewoontjes vinden) bleek het begin van een trail naar zogeheten toadstools, rotskolommen waarop een losse steen balanceert. Roel is er in z’n eentje heen gelopen, omdat Eugénie de hike van bijna één uur heen en terug in de middaghitte van 35 graden Celsius zonder schaduw niet zo zag zitten.
Eugénie wilde energie sparen voor Zion National Park, dat misschien niet het meest opvallende natuurpark in het zuidwesten van de VS is maar dat wel erg mooie wandelingmogelijkheden biedt. Samen hebben we er drie eenvoudiger wandelingen gemaakt ( Emerald Pools, Weeping Rock en Riverside Walk), in totaal goed voor 6 km wandelen. Terwijl Eugénie de was ging doen en het hotelzwembad ging verkennen, heeft Roel daarna nog de loodzware hike naar Angel’s landing gemaakt voor een WAANzinnig uitzicht over de vallei. De klim omhoog was KRANKzinnig. In 4 km moesten 453 hoogtemeters worden overwonnen. Dit ging deels via steile haarspeldbochten met steigingspercentages van meer dan 15 %. De laatste 800 meter voerden via rotsen en gladde leisteen over een richel die op sommige plaatsen slechts anderhalve meter breed was met afgronden van enkele honderden meters aan weerszijde. Roel is niet bang aangelegd, maar de ketting die hikers veilig over de richel moest helpen werd steeds goed vastgehouden. En dan moet je ook weer terug….. Een paar afgetrapte hardloopschoenen is wellicht ook niet de meest verstandige keuze voor dit soort expedities. Reactie van Eugénie na het zien van de foto’s: als ik dit van tevoren had geweten had je van mij niet gemogen.
Het volgende National Park, Bryce Canyon, was er één met een hoge WOW!!!-factor. Met name het Bryce Amphitheater in het voorste gedeelte van het park was indrukwekkend (de rest viel daardoor wat in het niet). In het Amphitheater staan de zogeheten hoodoo’s , de aardpiramides waarom dit park bekend staat. De (tien)tallen meters hoge, grillige pilaren deden Eugénie aan Gaudi’s Sagrada Familia denken , maar dan honderden bij elkaar. Maar soms leken ze vanuit de verte ook wel op middeleeuwse forten. Alle uitzichtspunten in Bryce liggen aan de bovenzijde van een plateau, maar via een 4,6 km lange wandeling in het Amphitheater konden we ook vanaf beneden alles bewonderen. De terugtocht omhoog was wel even zwaar. Bryce ligt tussen de 2.400 en 2.700 meter hoogte. IJle lucht dus.
Tot en met het bezoek aan Bryce hadden we steeds prachtig weer: wolkenloze luchten (afgezien van de mist bij San Francisco) en middagtemperaturen van boven de dertig graden Celsius. In Bryce was het bijzonder winderig en wat koeler vanwege een naderend stormfront dat de volgende dag zelfs voor sneeuw zou zorgen in het noorden van Utah. Wij hielden het droog, maar tijdens onze rit over de prachtige, deels door gele herfsttinten gekleurde Scenic Byway 12 in noordelijke richting naar Capitol Reef National Park kelderde de temperatuur gevoelig. De thermometer gaf soms maar 7 graden Celsius aan, maar door de ijzige wind en de hoogte lag de gevoelstemperatuur rond het vriespunt. Gelukkig hadden we mutsen mee. Capitol Reef vonden we trouwens een park met een Mwah-factor (wel met stevige struiken trouwens getuige een stevig bekraste rechterzijde van onze auto – gelukkig hebben we een uitgebreide verzekering genomen), maar toch een aardige stop op weg naar Moab waar we nu zijn. Over het natuurschoon hier meer in een volgend bericht.
Have fun, Roel en Eugénie

Utah rocks!, 5 October 2009

Rotsen in alle soorten en maten kenmerken de staat Utah. Zo ook rond Moab, dat als uitvalsbasis diende voor Canyonlands National Park en Arches National Park. Canyonlands is een enorm groot park dat bestaat uit drie districten. Wij bezochten Island in the Sky. Een toepasselijke naam, want je hebt hier vanaf een plateau op circa 1.800 meter hoogte uitzichten/vergezichten op/over de omliggende canyons en valleien die enkele honderden meters lager liggen. Via enkele wandelingen en verschillende uitzichtspunten veranderde het panorama voortdurend. Het mooiste uitzicht hadden we echter in het vlakbij gelegen Dead Horse Point State Park, bekend van de slotscène uit de film Thelma and Louise, waarbij je uitkijkt over de slingerende Colorado rivier.
In Arches NP hebben extreme temperatuurverschillen, wind en water opvallende bogen en vinnen gevormd. Een aantal daarvan zijn alleen na een stevige hike en wat klauterwerk te bewonderen, zoals in Devil’s Garden, waar Eugénie halverwege afhaakte omdat ze het traject te eng vond om te lopen. We merken trouwens dat de er een zekere nationale parken verzadiging begint op te treden. Soms denk je wel eens: alweer een rots of alweer een gat in een rots of alweer een gat in de grond. Als we andere mensen dan druk zien fotograferen vragen we ons wel eens af: wat zien zij, wat wij niet zien? Aan de andere kant: het aantal foto’s blijft zo ten minste enigszins binnen de perken (we zijn elke avond ook druk aan het selecteren).
Een prettige afwisseling was daarom het Mesa Verde National Park dat net over de grens in de zuidwestelijke punt van de staat Colorado ligt. Dit is één van de weinige nationale parken in de VS die zich niet primair richt op de natuur, maar vooral is geënt op behoud van een stukje cultuurhistorie (van natuur viel door verschillende bosbranden in het recente verleden ook minder te genieten). In Mesa Verde vind je op diverse overdekte richels hoog in de rotswanden de overblijfselen van indianenwoningen uit de twaalfde en dertiende eeuw. Onder leiding van een park ranger brachten we onder meer een bezoek aan de grootste ruïne, de Cliff Palace, dat alleen via steile trappen te bereiken is (de Anasazi klommen en daalden met behulp van touwen en in de rotsen uitgehouwen handgrepen). De ranger gaf een uitgebreide uitleg over alle achtergronden, essentieel om Mesa Verde op waarde te kunnen schatten.
Daarna ging het weer terug Utah in naar Monument Valley, dat een landschap herbergt dat veel mensen wel zullen herkennen uit de vele westerns en commercials die hier zijn opgenomen. Het bekende beeld van het lege woestijnlandschap met zijn kenmerkende butte’s en mesa’s afgetekend tegen strakblauwe van hitte zinderende luchten, vormde (wat ons betreft helaas) echter slechts een klein deel van dit door de Navajo uitgebate natuurpark. Wij vonden het eerlijk gezegd wat tegenvallen. Dat zal deels te maken hebben gehad met het weer: het was grijs, zeer winderig en er viel af en toe zelfs een beetje regen. We hadden onze SUV net twee dagen eerder door de carwash gehaald en ziet er nu alweer als een tractor uit…..
Het weer, althans de temperatuur, valt de laatste dagen toch al wat tegen. We begonnen de laatste dagen vaak berekoud, waarbij de middagtemperatuur meestal op zo’n 15-17 graden Celsius bleef steken. Vandaag kwam daar op veelal dodelijk saaie weg van Mesa Verde naar Flagstaff (waar we na een lange rit van zeven uur nu zijn) dus nog eens zware bewolking en een bijna stormachtige wind bij. In een zanderige omgeving betekent dit dus veel zand in de lucht. Monument Valley was bij ons vertrek in een grauwsluier van zand gehuld, terwijl onze auto onderweg regelmatig werd gezandstraald als er weer eens een minizandstormpje over de weg joeg. Het schijnt te komende dagen gelukkig weer beter te worden, ook qua temperatuur, al blijft die wel achter bij wat in dit deel van de VS normaal is voor deze tijd van het jaar.
Misschien is het goed ook eens iets over het eten te zeggen. Zijn we al kilo’s aangekomen? We denken dat dit meevalt. We maken meestal onze eigen ontbijtjes en lunches met aankopen uit de supermarkt en proberen voor variatie te zorgen in het avondeten door afwisselend Chinees, pizza, Mexicaans of Amerikaans (lees hamburger met patat) te eten. Fastfood ketens hebben we na drie weken nog nauwelijks bezocht: McDonald’s, Pizza Hut en Taco Bell elk pas één keer. Wendy’s, Burger King, KFC, etc. hebben we tot nu toe links kunnen liggen. Wij beschouwen dit ook niet echt als een volwaardige maaltijd. Amerikanen denken daar toch anders over. Echt gehoord in Columbia State Park: ‘So you guys wanna eat here something or go to the next town for a real meal. They have a Taco Bell there.’ Rare jongens die Amerikanen.
Ook blijft het soms wennen aan hoezeer men hier gericht is op grote hoeveelheden vlees bij het eten. Als je bijvoorbeeld een voorverpakte sandwich koopt zit daar een aantal plakken vleeswaren op waarmee we zelf drie of vier sandwiches zouden bekleden. De hoeveelheden per maaltijd zijn vaak eveneens enorm. Zelfs een grote eter als Roel heeft zich al een keer gewonnen moeten geven: een Philly’s Cheese Steak was hem in Vegas echt te machtig. Het hoort echter bij het uitproberen van typisch Amerikaanse gerechten en nieuwe smaken. Enkele nieuwe favoriete flavors: een fuji appel – peer vitaminewatertje van SoBe, honey mustard Pringles, ‘thin sliced honey turkey’, ‘spicy italian footlong’ met pepperjack kaas, (weer) honingmosterd en ‘onion relish’ van Subway en de ‘mash potatoes’ en ‘cinnamon apples’ van Denny’s.
Tot slot nog een observatie over hoe vreemd de Amerikaanse samenleving soms in elkaar steekt. In de Denny’s in Moab zagen we iemand de Mormon Times lezen. Utah is als thuisbasis van de Mormonen de moeder aller religieuze staten in een toch al Godvrezende samenleving getuige het aantal kerken in elke zichzelf respecterende plaats. Gij zult niet doden’ luidt volgens ons één van de Tien Geboden. Een advertentie met een coupon voor 5 dollar korting op de aanschaf van een ‘gun’ in de Mormon Times komt ons dan toch een beetje vreemd over. Goed, dan nog een observatie: wat zijn er in dit deel van het land veel plaatsen met de charme van een industrieterrein (maar dit terzijde).
Take care, Roel en Eugénie

Welcome to the Hotel California, 10 October 2009

Daar zijn we weer. De afgelopen dagen zijn we helemaal afgezakt naar de uiterste zuidwest punt van de VS: San Diego, Californië. Na twee weken waarin de nadruk op natuur en leegte lag, bevinden we ons nu in het Amerika van de uitgestrekte stadlandschappen en zes-, acht-, tien-, twaalf- en soms veertienbaanswegen. Het is ons al eerder opgevallen hoe veel ruimte men hier nodig heeft voor dorps- of stadsbewoning. We schatten dat de Amerikaanse stadsplanner toch al snel vier keer zoveel ruimte per inwoner verbruikt dan we in Europa gewend zijn. Kleine stadjes lijken daardoor soms grote steden.
Toch lukt het ons over het algemeen goed om de weg te vinden (ook zonder navigatie), al is het soms niet altijd even eenvoudig omdat de richtingborden hier vooral wegnummers en straatnamen aangeven in plaats van concrete bestemmingen. Waar een bordje ‘downtown’ iedereen waarschijnlijk meteen in de goede richting zou sturen wordt je nu geacht te weten welke straat je naar downtown voert. Volgens ons niet de meest gemakkelijke/logische manier. In het stadje Prescott (half zo groot als Assen) leidde dat tot een zoektocht van ruim een uur om het centrum en later ons hotel te vinden. Het was gelukkig de uitzondering die de regel bevestigt.
Prescott was de eindbestemming van een dag die ons vanuit Flagstaff, via Sedona, Cottonwood en Jerome over een door de bergen slingerende weg had gevoerd. Sedona is een bekende plaats vanwege de vermoede vortexen (kruispunten van aardstralen) in de omgeving. Dit trekt veel mensen op zoek naar spiritualiteit en heeft er toe geleid dat Sedona is uitgegroeid tot een new age centrum. Voor wie wat nuchterder is/niet zo naïef is, is Sedona niet meer dan een shopping mall in een erg mooie natuurlijke omgeving (je weet wel, van die rode rotsen). Voor rust en spiritualiteit is het er volgens ons ook veel te druk.
In Cottonwood leidde een fotostop tot een uur rondsnuffelen in Larry’s Antiques, een winkel van sinkel met een enorm bonte verzameling Americana. Het was net een museum over de geschiedenis van de Amerikaanse consumptiemaatschappij. Ze hadden erg veel leuke dingen te koop, maar helaas veelal te groot om in een rugzak mee te kunnen nemen. Het kleine stadje Jerome stond weer symbool voor de geschiedenis van het Wilde Westen. Dit ooit 15.000 inwoners tellende kopermijnstadje liep na het uitgeput raken van de mijn begin jaren vijftig bijna helemaal leeg en wordt nu tot één van de mooiste ‘ghost towns’ in de VS gerekend. Wat ons betreft kon het niet in de schaduw staan van Bodie, dat we aan het begin van onze roadtrip bezochten. Door in de oude gebouwen restaurants, winkeltjes en b&b’s te vestigen is het ‘verlaten’ karakter tot behoorlijk aangetast.
Vanuit Prescott wachtte ons een wat geestdodende rit naar Palm Springs: lange, rechte wegen door een woestijnachtig landschap. Met een detour door Joshua Tree National Park (dat we ook best hadden kunnen overslaan) toch weer zeven uur in de auto. Maar daarna konden we dan eindelijk eens een paar uurtjes bij het zwembad vertoeven. De temperatuur was daar eindelijk ook weer eens naar. Toen we uit Prescott vertrokken stond de thermometer net boven het vriespunt, in Palm Springs – we zijn weer terug in Californië – was hij eindelijk weer eens echt zomers. Omdat we alle zandbakken achter ons hadden gelaten hebben we ook de auto weer gewassen. Deze keer hebben we het laten doen. Voor tien dollar werd onze Chevy zo’n 25 minuten stevig geboend, gesproeid en gepoetst door zes paar handen. Het bewijs dat de uurlonen voor ongeschoold werk in de VS erg laag zijn. Je verbaasd je wat dat betreft toch over het grote aantal baantjes dat je eerder in een socialistische maatschappij zou verwachten (in het kader van de werkverschaffing) of die bij ons allang weggeautomatiseerd zijn.
In San Diego hebben we de afgelopen drie dagen veel in maritieme sferen doorgebracht. Zo verblijven we hier in een hotel met aan de ene kant uitzicht op San Diego Bay en aan de andere kant (ons uitzicht) op de jachthaven. De boten liggen bijna tot aan ons balkon. Het is na San Francisco dan ook ons meest luxueuze onderkomen deze reis. Helaas hebben we er weinig van kunnen profiteren, want in San Diego is toch wel veel te zien en te doen. Natuurlijk is er Sea World (met als beroemdste bewoner de ‘killer whale’ Shamu), maar ook het maritiem museum (waar we onder meer konden ervaren hoe krap het is in zowel een Amerikaanse als een Russische onderzeeër, vooral die laatste was claustrofobisch – en technisch minderwaardig) en de USS Midway waren erg leuk. De Midway is een uit 1945 daterend vliegdekschip dat tot en met de eerste Golfoorlog dienst deed in de US Navy. We hebben uiteindelijk 3,5 uur op de Midway doorgebracht. Met 4.500 opvarenden was het dan ook een stad op zee. Via een uitgebreide audiotour werd je over het hele schip geleid, waarbij alle aspecten van het leven aan boord aan bod kwamen. Zelfs voor pacifisten bijzonder interessant.
Verder hebben we in San Diego de oude stad (old town) en het historische Gaslamp Quarter bezocht. Hier vonden we eindelijk ook wat we (met uitzondering van Columbia en Bodie) toch een beetje hadden gemist tot nu toe: historische gebouwen met de inrichting van vroeger. Daardoor krijg je toch meer inzicht in het dagelijks leven in de beginperiode. Vooral de old town met winkeltjes die de oude sfeer uitstraalden was daarom leuker dan gedacht. Voor het moderne leven trokken we voor de tweede keer naar een outlet centrum; Las Americas, vlakbij de grens met Mexico. Hier kon Roel weer helemaal los. De prijzen waren soms zo laag (zeker als je het in euro’s ging omrekenen), dat het moeite kostte om iets niet te kopen. De komende jaren hoeft hij in Groningen in ieder geval niet meer te winkelen (en dat vindt hij wel prettig). Alleen een paar nieuwe schoenen wil maar niet lukken (en die heeft hij toch echt nodig……).
Thanks for visiting, Roel en Eugénie.

California Dreamin’, 16 October 2009

Denk je aan Californië, dan denk je aan zon, zee, strand en gebruinde beach babes en boys. Dream on. Wij hebben mogen ervaren dat het ook in ‘Sunny California’ kan spoken. The Weather Channel repte al van ‘shocktober’ vanwege het slechte weer in de hele VS, terwijl Californië afgelopen dinsdag de zwaarste oktoberstorm sinds 1962 beleefde. Die dag reden wij het op papier mooiste deel van Highway 1, de panoramische kustweg die zich in centraal Californië gekleefd aan steile berghellingen langs de Pacific slingert. We hebben er weinig van gezien. Loodgrijze luchten, harde rukwinden en een striemende regen maakten van de rit een apocalyptische ervaring. Het was hier de eerste regenval in maanden en het kwam meteen 20 uur lang met bakken uit de lucht.
We waren blij een grote SUV onder onze konten te hebben. Daardoor lagen we toch behoorlijk stabiel op de weg en dankzij de tractorbanden hoefden we niet bang te zijn snel lek te rijden op de vele naar beneden gespoelde rotsblokjes. Het bleef echter wel 150 kilometer lang oppassen geblazen, want regelmatig moesten er ook grotere op de weg gevallen rotsblokken ontweken worden. De puinschuivers (in plaats van sneeuwschuivers) die over Highway 1 pendelden om de weg vrij te houden schoven vaak achter de feiten aan. Eén keer moesten we met enkele andere weggebruikers zelf puinruimen om verder te kunnen rijden, doordat een paar minuten eerder een grote ‘rockslide’ de weg compleet had versperd. Eén van de rotsblokken had zelfs een groot gat in de weg geslagen. Gelukkig konden we één weghelft redelijk rotsvrij maken en weer verder rijden.
Het slechte weer had zich de dagen ervoor al aangekondigd. In Los Angeles had de zon moeite om door te breken en bleven de temperaturen achter bij normaal. Tja, LA. Het is toch een beetje ‘been there, done that’. Rijden door Beverly Hills, waar de sterren achter hoge hekken en heggen wonen, en cruisen over Rodeo Drive, je moet het gedaan hebben. De naam en faam van Hollywood, Santa Monica Pier en Venice Beach is toch vooral dat: naam en faam. Hollywood is feitelijk een wat vervallen wijk. Hollywood Boulevard is niet veel meer dan de sterren in het trottoir en de hand/voetafdrukken voor Grauman’s Chinese Theater (waar we een rondleiding volgden die de prijs niet waard was, Hollywood, hè). Santa Monica Pier is ouderwets vermaak en Venice Beach moet het vooral van de weirdo’s hebben.
We wisten dit van tevoren. De belangrijkste reden om naar LA te gaan was voor ons Universal Studios, waar we onder meer de Studio Tour deden waarbij de set van Desperate Housewives te zien kregen. Bij het zappen op tv ’s avonds kwam Desperate Housewives ook voorbij. Wel grappig als je net de set in het echt gezien hebt. Verder zo’n beetje alle shows gezien en ‘rides’ gedaan, waarbij vooral ‘The Mummy’ best heftig was. Maar ook kort. Omdat we er buiten het hoogseizoen waren, waren de wachttijden gelukkig lekker kort. We zagen echter welke wachtrijen in het hoogseizoen mogelijk zijn. Om dan drie kwartier tot anderhalf uur te moeten wachten voor een attractie van één minuut lijkt ons niet zo’n geslaagde ervaring.
Vanuit LA reden we vervolgens in twee dagen over Highway 1 naar Monterey. Dag 1 was grijs, dag 2 dus stormachtig. Dag 1 maakten we een tussenstop bij La Purissima Mission State Historic Park, één van de vele katholieke missieposten die in de negentiende eeuw langs de Californische kust werden gesticht. La Purissima is één van de best bewaard gebleven missies en best interessant, maar het maakte op een maandag in oktober toch ook een erg verlaten indruk. Vanwege het grijze, koele weer konden de geplande uurtjes zonnebaden bij Pismo Beach niet doorgaan en arriveerden we lekker vroeg in onze overnachtingsplek Morro Bay. Vanwege het slechte weer de volgende dag kon een gepland bezoek aan Hearst Castle niet doorgaan en was rondlopen in Monterey ook geen optie (dat hebben we woensdagochtend nog even gedaan, het weer was inmiddels aanzienlijk opgeknapt). In plaats daarvan zijn we doorgereden naar een ‘outlet center’ in Gillroy, voor nog wat laatste aankopen. De belangrijkste daarvan was een nieuwe tas om alles mee naar huis te krijgen. We vertrokken met zo’n 26 kilo bagage, maar die bleek bij het inchecken op het vliegveld zomaar 75 procent gegroeid. Raarrrrr…….. Maar na wat herpakken mocht alles toch zonder bijbetaling mee.
Een praatgrage verkoper in Gillroy vroeg wat ons nu het meest was opgevallen tijdens onze trip door de VS. Omdat het al donker was en we nog door de storm terug moesten rijden naar Monterey antwoorden we de magere straatverlichting (en dat in een land dat als energieverslindend bekend staat, maar dat zeiden we er uiteraard niet bij). Maar dat is niet het enige. Verder vonden we opmerkelijk dat:
- Je in het land van de onbeperkte (keuze)mogelijkheden in vrijwel geen enkele hotelkamer zelf de kracht van de waterstraal kunt bepalen.
- Bij het aandoen van het licht in de badkamer veelal tegelijk ook een zeer luidruchtige afzuiging in werk wordt gesteld.
- Het goedkoop is om in motels zelf je was te doen. Hoewel deze vakantie in alle opzichten duurder is dan onze reguliere backpack reizen, hebben we aan onze was juist minder gespendeerd.
- Dat openbare toiletten ook op afgelegen plaatsen voorhanden zijn en altijd gratis en schoon.
- Dat de lage pisbakken en toiletten (vol water) het voor mannen zeer lastig maakt om zonder spetteren te plassen.
- De meeste automobilisten op een vierbaansweg stug op de linker rijbaan blijven rijden (rechts inhalen is hier dan ook de gewoonste zaak van de wereld).
- Je bij rechtsaf slaan door rood mag rijden.
- De ‘freeways’ in Californië in een belabberde staat van onderhoud verkeren. De staat Californië is – mede door de kredietcrisis – dan ook vrijwel failliet, daarin staat zelfs The Governator Arnold Schwarzenegger machteloos.
- Dameskleding maat XL Eugénie meestal niet past (en zij is toch redelijk ‘petite’ hier).
- Roel er niet in kon slagen een paar nieuwe schoenen te kopen. Juist zijn maat bleek veelal niet beschikbaar voor de schoenen waar hij zijn oog op liet vallen.
- Aan alles waar het predikaat ‘gezond’ is gekoppeld ook meteen een flink prijskaartje hangt.
- Er tegelijk vooral reclame wordt gemaakt voor ongezonde voeding.
- En als je dan eens een redelijk gezond broodje koopt de vraag krijgt ‘do you want to make it a meal?’ Daarmee wordt dan een zakje chips bedoeld (echt waar!).
- Gratis refills van drinken bij je eten normaal zijn (als je daar al behoefte aan hebt na een megagrote beker drinken).
- Er zoveel medisch getinte reclameboodschappen in de media zijn (al lijkt dit het logische vervolg op de drie punten hiervoor).
- Er overal coupons, klantenkaarten en kortingen voor lijken te bestaan. We horen het graag als iemand nog geïnteresseerd is in een klantenkaart van Safeway, CityMarket of Vons. Het fijne van deze klantenkaarten is dat je bij je aankopen elke keer te horen krijgt hoeveel je vandaag weer bespaard hebt.
- De goedgelovigheid van Amerikanen. In supermarkten wordt vaak aan de klant gevraagd wat er in een doos of zakje zit, bij nationale parken zit niet altijd iemand bij de ingang (je wordt dan geacht zelf het entreegeld in een gleuf te gooien) en bij hotels is nooit naar onze AAA-kaart gevraagd terwijl we wel regelmatig met AAA-korting hadden geboekt.
- Vrijwel elke transactie vooraf wordt gegaan door beleefdheidsreeks: ‘how are you’, ‘good and how are you’, ‘fine, how can I help you’.
- Op de meest vreemde momenten en plaatsen ‘how are you’ klinkt, bijvoorbeeld tijdens een hike of terwijl je staat te wachten voor het voetgangerslicht.
- Voor de meest onbenullige zaken al verontschuldigingen worden aangeboden: ‘I’m sorry’.
Hope you enjoyed our trip and see you next year, Roel en Eugénie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Verenigde Staten, San Francisco

Roel en Eugenie

Roel en Eugénie trekken de wijde wereld in.

Actief sinds 16 Sept. 2011
Verslag gelezen: 20386
Totaal aantal bezoekers 115730

Voorgaande reizen:

25 September 2015 - 08 November 2015

Peru, Bolivia, Chili en Paaseiland

13 Maart 2015 - 29 Maart 2015

2015 Midden - Oosten

14 November 2014 - 13 December 2014

2014 Myanmar

01 Juli 2013 - 01 Februari 2014

2013 Wereldreis

21 December 2012 - 30 December 2012

2012 Riga en Vilnius

19 September 2012 - 21 Oktober 2012

2012 USA

12 Juni 1969 - 31 Augustus 2012

Wij zijn geweest in............

07 Oktober 2011 - 06 November 2011

2011 Japan

08 Oktober 2010 - 08 November 2010

2010 India

14 September 2009 - 14 Oktober 2009

2009 Zuid-west Amerika

07 Oktober 2008 - 11 November 2008

2008 Marokko

09 Augustus 2007 - 24 November 2007

2007 Tibet, China, Rusland, Mongolie,

12 Oktober 2006 - 17 November 2006

2006 Zuid India

11 November 2005 - 21 December 2005

2005 Thailand - Cambodja

30 November 2002 - 30 November 2002

2003 Mali - Ghana - Burkina Faso

30 November 2001 - 30 November 2001

2002 Vietnam

30 November 2003 - 30 November -0001

2004 Sri Lanka

Landen bezocht: