Thailand - Cambodja - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Roel en Eugenie - WaarBenJij.nu Thailand - Cambodja - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Roel en Eugenie - WaarBenJij.nu

Thailand - Cambodja

Door: roeleneugenie

Blijf op de hoogte en volg Roel en Eugenie

16 September 2011 | Thailand, Bangkok

loi krathong
7 November 2005
Hallo Allemaal, nog 3 dagen en dan is het zover: we gaan op reis en om even te testen hoe zo iets als deze weblog werkt ben ik een beetje aan het oefenen.
Als we aankomen is het net Loi Krathong tijd:begint ook het mooiste feest van Thailand: Loi Krathong, het festival van het licht, dat op de avond van de volle maan in november begint. Het is een dankzegging voor de regen die tijdens de moesson is gevallen. Tijdens de ceremonie worden miniatuurbootjes met brandende wierookstokjes, een bloem, een muntje en een brandende kaars in de rivier gezet. Dit gebeurt ook om de watergeesten te eren en de zonden weg te wassen. Men zegt dat dit feest in Sukhothai het mooist en uitgebreidst wordt gevierd.
Hier zijn wij van 14 november t/m 17 november.
Alle dagen wordt het wel gevierd maar op 16 november wordt het heel uitgebreid gevierd.
Vroeg in de ochtend zijn er Boeddhistische activiteiten en s middags is er een parade. s Avonds is er een grote licht- en geluidshow en vindt de grote kaarsjes ceremonie plaats. Loi Krathong wordt om middernacht afgesloten met vuurwerk en zang vanaf een boot in het meer.
wil je een indruk hebben van dit feest kijk dan op
www.tatnews.org/events/events/nov/2372.asp
of
www.loikrathong.net
Wij kijken erg uit naar het bij wonen van dit feest. Het wordt vooral gevierd in het oude tempelcomplex Sukhothai en omdat er veel mensen verwacht worden, zowel thaien als toeristen hebben wij als vast een kamertje geboekt zie: www.thaivillagehotel.com
reisschema
8 November 2005

Van 11 november 2005 tot 21 december 2005 zijn wij op vakantie in Thailand en Cambodja.
We hebben een globaal reisschema gemaakt, maar hier kunnen we ook van afwijken.
Vluchtgegevens:
11 /11/2005 vertrek Dusseldorf 20.35 AF2407 - aankomst Parijs 21.50
vertrek Parijs 23.15 AF 166 - aankomst Bangkok 16.25
20/12/2005 vertrek Bangkok 23.30 AF 161 - aankomst Parijs 6.15
21/12/2005 vertrek Parijs 7.20 AF 1306 - aankomst Dusseldorf 8.35
11 nov vertrek vanaf Dusseldorf
12 nov 16.25 aankomst in Bangkok, doorreis met bus naar Ayutthaya
13 nov Ayutthaya
14 nov met bus naar Sukhothai, overnachtingen 14/15/16 nov geboekt in:
Thai Village Hotel Sukkhothai
Zie: www.thaivillagehotel.com
15 nov Sukhothai + loi krathong festival
zie: www.tatnews.org/events/events/nov/2372.asp
zie: www.loikrathong.net
16 nov Sukhothai + loi krathong festival
17 nov met bus naar Khorat
18 nov met bus of trein naar Surin
hotel overnachtingen 18/19/20 nov geboekt in:Maneerote hotelZie: www.maneerotehotel.com
19 nov Surin / Olifantenfestival, zie: www.tatnews.org/events/events/nov/2376.asp
20 nov Surin/Olifantenfestival
21 nov met bus + taxi grens over naar Cambodja, naar Siem Reap
22 nov Siem Reap
23 nov Siem Reap + Angkor Wat
24 nov Siem Reap+Cultural Villagewww.cambodianculturalvillage.com/index.php
25 nov Siem Reap + Angkor Wat
26 nov met boot naar Battambang
27 nov Battambang
28 nov Battambang
29 nov met bus naar Phnom Penh
30 nov Phnom Penh
1 dec Phnom Penh
2 dec met vliegtuig naar Ban Lung provincie Ratanakiri, overnachtingen geboekt 2 dec tot 7 dec in: Yaklom Lodges zie: www.yaklom.com
3 dec Ban Lung
4 dec Ban Lung
5 dec Ban Lung
6 dec Ban Lung
7 dec vlucht terug naar Phnom Penh
8 dec met bus naar Sihanoukville
9 dec Sihanoukville
10 dec Sihanoukville
11 dec met boot, taxi, boot terug naar Thailand, naar eiland Ko Chang
12 dec Ko Chang
13 dec Ko Chang
14 dec Ko Chang
15 dec Ko Chang
16 dec met bus naar Bangkok
17 dec Bangkok
18 dec Bangkok
19 dec Bangkok
20 dec 23.30 vlucht naar Parijs
21 dec 8.35 aankomst in Dusseldorf
de rugzakken staan gepakt

10 November 2005
Zo het is bijna 24.00 en de rugzakken staan gepakt. Het is ons weer gelukt om minder dan andere jaren mee te nemen. We komen uit op 22 kilo bagage met z’n 2-en.
Dus straks genoeg kilo’s over om souveniers mee terug te nemen. Helemaal als je je bedenkt dat een aantal dingen niet mee terug zullen komen: zonnebrand, doucheschuim, shampoo, aftersun……
Nu eerst nog 1x lekker in ons eigen bed slapen, wat we daarna krijgen is altijd maar weer afwachten.
Over het algemeen is het een stuk minder confortabel dan het matras van thuis.
Morgenochtend moet roel nog even wat werk doen, doe ik nog even wat inkoopjes voor onderweg en aan het eind van de ochtend gaan we op pad!
Groetjes van ons,
Eugenie en Roel
sawadee ayuthaya
13 November 2005

Sawadee,
Hierbij alvast een eerste berichtje om te laten weten dat Air France ons veilig en wel in Thailand heeft afgeleverd. We waren na onze ervaringen van twee jaar geleden in West-Afrika zeer sceptisch geworden over de deal die KLM met de Franse vliegeniers had gesloten, maar ze hebben dat nu weer goed gemaakt. We mochten onderweg zelf bepalen welke filmpjes we op ons scherm wilden toveren en hadden zelfs zoveel beenruimte dat we beiden voor het eerst enkele uren hebben verpoosd die op slapen leken.
Na aankomst vlot de trein gevonden naar Ayuthaya (22 cent pp) waar we na wat langer zoeken dan gepland een overnachtingsadres vonden. Guesthouses blijken hier niet zo ruim gezaaid. De meeste mensen bezoeken Ayuthaya via een dagtrip uit Bangkok. In Grandparent’s House (ja zo heet het echt) vonden we een acceptabel en zeer voordelig (6 euro per nacht) onderkomen. Daarna nog even bij de McDonald’s gedineerd: 1,60 euro pp voor een compleet menu. En in NL maar roepen dat het niet goedkoper kan….
We hebben inmiddels ook onze eerste dag sightseing achter de rug. Op de fiets hebben we verschillende oude wat’s (tempels), chedi’s (stoepa’s) en andere ‘ oude hoopjes stenen’ bezocht in het Historical Park van Ayuthaya. Hier vind je restanten van de oude hoofdstad van Siam uit de periode van 1350-1767. Wat over is gebleven staat nu op de werelderfgoedlijst van Unesco. Eugenie heeft nu een zere kont en knieen van het fietsen, want we hebben toch aardig wat kilometertjes afgelegd. En daarbij veel zweet verloren aan Roel te ruiken.

Vanavond hopen we wat beter te slapen dan afgelopen nacht. De biologische klok bleek afgelopen nacht nog ver achter (of voor) te lopen. Om vier uur ‘s nachts waren we beide klaar wakker, toen het tijd was om op te staan waren we amper weer wakker te krijgen. Morgen nemen we de bus naar Sukhothai. We zouden eerst met de trein, maar die bleek er wel erg lang over te doen en het was bovendien meer omslachtig. Zo zal ons voorgenomen reisplan ongetwijfeld wel vaker veranderen de komende weken….
Groeten,
Eugenie en Roel

sawasdee khorat
17 November 2005

Sawasdee,
We hebben Loi Kratong overleefd. Het was nog leuker en kleurrijker dan we hadden verwacht. We zijn dus niet voor niets eerder naar Thailand vetrokken dan we eerst van plan waren. Loi Kratong wordt altijd in november gevierd waarbij het hoogtepunt valt op de nacht van de volle maan. Het is voor de Thai een beetje als onze kerst. Loi Kratong valt aan het einde van het regenseizoen. De goden worden bedankt voor de regen en de mensen laten kleine, fraai versierde bootjes van lotusbloemen (de kratongs) met daarop enkele wierookstokjes en een kaarsje op het water wegdrijven in de hoop op geluk in het komende jaar. De oorsprong van Loi Kratong ligt in de oude Thaise hoofdstad Sukhothai, wat dan ook het mooiste en grootste festival rond Loi Kratong in Thailand heeft. En vandaar dat wij er ook heen wilden.


Net zoals veel Thais trouwens. Het was daarom maar goed dat we vooraf een kamer hadden geboekt. De eerste vraag die we bij aankomst kregen was of we wel geboekt hadden. We hadden een hotel geregeld vlak bij het Sukhothai Historical Park, waar de restanten te vinden zijn van de stad die zijn hoogtepunt kende in de 13de en 14de eeuw. Volgens de Lonely Planet was dit de gouden tijd van de Thaise cultuur. Hoewel er nog wel enkele fraaie ruines te vinden zijn, is er weinig meer over van die gouden tijd. Veel heeft de tand des tijds niet doorstaan of is geroofd. Ons viel het een beetje tegen, maar misschien komt dat ook omdat we de afgelopen jaren natuurlijk al het een en ander hebben gezien.

Het Historical Park vormde echter wel een prachtig decor voor Loi Kratong en de licht- en geluidshow die enkele avonden werd gehouden. Tegen de achtergrond van het grootste tempelcomplex van de stad – de Wat Mahatat – werd de geschiedenis van Sukhothai afgebeeld en gespeeld met als afsluiter een spetterend vuurwerk. Om het allemaal goed te kunnen zien zijn we twee keer geweest. Verder was het hele Historical Park omgetoverd in een grote braderie annex vreetschuur waar de Thais en masse op afkwamen. De laatste avond kon je er haast over de hoofden lopen. Gezellig druk zullen we maar zeggen. Wij vonden het in ieder geval leuker dan het Groninger Noorderzon en het was vooral een stukje budgetvriendelijker. De grootste uitgave waren de eerste klas kaartjes voor de licht- en geluidshow; zo’n 8 euro pp per voorstelling. Ach ja, je komt er waarschijnlijk nooit weer.

Een ander hoogtepunt vormde gistermiddag de presentatie van de officiele kratongs van overheidswege en de parade van kratongs van de verschillende provincies. Wat dat eerste betreft zaten we op een A-locatie. De Thaise TV vond dat ook, want die parkeerde haar zendauto naast ons matje. We waren getuige van de strenge veiligheidsmaatregelen voorafgaande aan die presentatie. Het platform werd met spiegels en scanners uitvoerig onderzocht, maar voor de rest was het vooral een sfeer van laissez-faire. Roel kon rustig tussen de persfotografen mengen en mocht naar hartelust de hoge militaire omes fotograferen die de kratongs begeleiden. Bij de meeste triatlons die hij in Nederland bezoekt moet hij meer moeite doen om op de plaatsen te komen die er toe doen. En dat met een officiele accreditatie…….

De parade van de kratongs die daarop volgde was een kleurrijk schouwspel met veel fraai verkleedde Thais, dans, muziek. Op een bepaald moment werd het ons bijna te veel. Dachten we dat het was afgelopen, kwam er weer een nieuwe stoet aan. Onze fotocamera’s hebben overuren gemaakt.


Het stomme is dat je er maar weinig toeristen bij zag. Die kwamen voor de ruines en de licht- en geluidshow om vervolgens weer met hun touringcar richting hotel te vertrekken. Wij vonden dit juist het leukste van het hele Loi Kratong.
Het reizen gaat trouwens voorspoedig. Van Aythaya naar Sukhothai hadden we dus een rechtstreekse bus en ook onze reis vandaag naar Nakhon Ratchasima verliep als een trein (met de bus). Om zeven uur stonden we klaar bij de weg langs ons hotel om binnehouten banken in de lengterichting) die ons naar het busstation bracht in New Sukhothai. Daar konden we meteen overstappen op een regionale bus naar Phitsanulok (ongeveer anderhalf uur rijden), waar we binnen een kwartier verder konden met de lange afstandsbus naar Nakhon R. (ruim zes uur rijden). Als we hadden gewild hadden we meteen naar Surin door kunnen reizen, maar we vonden het wel genoeg zo. Dat kan morgen wel. Hebben we nu even tijd om te mailen, want veel n tien minuten te worden opgepikt door een songthaew (een kleine pick-up vrachtwagen met drie valt hier toch niet te zien. Om een internetcafe te vinden hebben we echter toch al weer veel van de stad gezien.
En tot slot nog even het weer(want dat wil je toch meegeven als je op vakantie bent. Tot nu toe is het voortdurend een graad of 32 in de schaduw. Maar gelukkig gaat de zon nog wel eens een tijdje verscholen achter wat wolken. We beginnen echter al redelijk te wennen aan de hitte.
Groeten,
Eugenie en Roel
PS Merkwaardig merk boxen hebben ze hier naast het PC-scherm staan: tsunami……

sawasdee surin

20 November 2005

Sawasdee,

Na Loi Kratong hebben we nu ook het olifantenfestival in Surin overleefd. Als je de reisgidsen en verslagen op internet mag geloven loopt het elk jaar storm bij dit festival, maar wij vonden het wel meevallen. We hadden vooraf vanuit Nederland via internet al een hotel gereserveerd – en dat werd een voor ons doen duur hotel omdat er maar weinig mogelijkheden waren om via internet een kamer te boeken – en hadden de reis erheen zo gepland dat we flexibel waren in geval van volle bussen of treinen. Achteraf bleek het allemaal mee te vallen. De dagen voor het festival bleken er vanuit Nakhon Ratchasima wel zes bussen per uur te rijden. Voor wie werd ons niet helemaal duidelijk, want wij bleken – naast de gebruikelijke forensen – de enige reizigers met bestemming Surin te zijn.
Surin schijnt normaal gesproken een slaperige provinciestadje te zijn. Dat vonden we bij aankomst eigenlijk ook nog. We hadden allerlei festiviteiten in de stad verwacht, maar vonden het verdacht rustig. We gingen ons bijna afvragen of hier wel een van de grootste festivals in Thailand plaatsvond. Later werd ons duidelijk dat het centrum van alle activiteit zich aan de rand van de stad bevond. Het hoogtepunt werd gevormd door de zogeheten Elephant Round-Up die voor de 45ste keer werd gehouden en ooit is bedacht om het toerisme naar deze wat afgelegen provincie op gang te brengen. Wij hadden kaartjes voor de voorstelling van vanochtend.
Tijdens de Round-Up vertoonden enkele honderden olifanten hun kunstjes, varierend van touwtrekken (een olifant tegen 80 man, de olifant won), voetbal (de wedstrijd moest beslist worden via strafschoppen),


polo, basketbal (prachtige dunks gezien, kunst met een slurf) en diverse acrobatische oefeningen.

Tevens was er een kleurrijke voorstelling over de geschiedenis van de olifanten in Surin (mensen en olifanten gehuld in gevechtstenue)



en was er gelegenheid om de enige aanwinst van het afgelopen jaar – een babyolifantje van vier weken oud – van dichtbij te bewonderen. Daarnaast konden beschilderde t-shirts van de slurf van ‘The Artist Formerly Known As Elephant’ worden gekocht. Uiteraard hebben wij elk een ter plekke beschilderd t-shirt van deze Thaise meester gekocht. Wie weet worden deze later nog eens grof geld waard als hij echt beroemd wordt. Helaas zijn we zijn naam even kwijt, maar zijn werk is heel herkenbaar. Karel Appel; ‘eat your heart out’.

Rond de Round-Up vond verder een grote markt/braderie/kermis plaats. Op zich stelde dat niet zo veel voor, maar de Thais trokken er graag naar toe. Op de kermis waande je je veertig jaar terug in de tijd met, ringen om flesjes werpen, bingo (met flesdopjes om de afgeroepen nummers te bedekken), blikschieten met katapult en pijltjes gooien op ballonnen. Eugenie won met haar pijltjes een zakje spicy maischips. Verder ontbraken klassiekers als een draaimolen, spookhuis, botsautootjes, mini-minireuzenradje en een achtbaantje niet. Verder vooral veel eten met daarbij uiteraard bekende snacks als gefrituurde sprinkhanen, maden, kakkerlakken en wat moeilijker definieerbaar insectenspul. We zijn er inmiddels aan gewend. En nee, we hebben het nog niet geprobeerd. Opvallende nieuwkomer vonden we trouwens de gefrituurde vogelfoetusjes. Ongetwijfeld errug lekker. Als je er van houdt.
Verder hebben we gisteravond nog een licht- en geluidshow bijgewoond. Het was een beetje een slap (en ook nog duurder) aftreksel van wat we in Sukhothai hadden meegemaakt. Het ging een beetje volgens een ons inmiddels vertrouwd principe: veel gepraat weinig wol. We zien dat ook op de Thaise TV. Er wordt enorm veel geluld, maar iets zien, ho maar. Het programma van de licht- en geluidshow zou om vier uur beginnen, maar pas een uur later waren er wat dansvoorstellingen van kinderen en jongvolwassenen (bleek later trouwens een wedstrijd te zijn). De meeste opwonding bij de Thais leverde vooral een modeshow op met topmodellen uit Bangkok. Die anders zo bedeesde mensen stormden bij opkomst van het eerste model massaal richting podium, fotocamera in de aanslag. Pas na zachte dwang door de opgetrommelde politie keerde men weer terug naar zijn zitplaats. gelukkig maar, want we hadden geen VIP-kaarten van 500 baht (10 euro) besteld om vervolgens het zicht ontnomen te worden door het 300 baht volk. De licht- en geluidshow, die pas om half negen begon, was tot slot kort en weinig indrukwekkend.
Helaas hebben we het grote olifantenontbijt op vrijdag gemist. We dachten dat dit in het weekend zou zijn. Dit had alles te maken met de zeer gebrekkige communicatie rond het festival. We hadden vooraf al veel moeite gehad om via internet en een mailtje naar de Tourist Authority of Thailand (TAT) achter een programma te komen. Dat bleek uiteindelijk ook nog eens niet te kloppen. Gelukkig zijn we de afgelopen dagen regelmatig ge-enqueteerd, door scholieren en door de TAT, en hebben toen maar aangegeven dat we de PR en communicatie waardeloos vonden. Daar kunnen ze het mee doen. En maar hopen dat ze het snappen, want veel meer dan yes en no snappen de meeste Thais niet. Ons verblijf in Surin was eigenlijk een dag te lang (we moesten wel blijven want we hadden drie nachten geboekt). Vandaar ook dit lange mailtje. We hadden wat tijd over en internetten is hier spotgoedkoop. Zelfs in ons ‘dure’ hotel (28 euro per nacht).
Morgen vertrekken we naar Cambodja. Als ze ons het land inlaten tenminste. Misschien moet Roel zich dan eerst even scheren…
Groeten,
Eugenie en Roel

hello sir tuk-tuk Siem Reap

25 November 2005

Hello tuk-tuk,
Onze vorige berichten openden we met Sawasdee, waarmee je in Thailand traditioneel wordt begroet. Wat het Cambodjaanse equivalent van deze groet is, hebben we na ruim vier dagen Cambodja nog niet mogen ervaren. We hebben inmiddels al wel verschillende varianten gehoord. Op basis daarvan hebben we een top-5 van mogelijke kandidaten kunnen samenstellen. Op 1 staat met stip ‘hello sir tuk-tuk’ (ah, daar kwam er net weer eentje voorbij). Daarna volgen ‘hello cold drink’, ‘hello ten postcards, one dollar’, ‘hello buy book’ en ‘hello you want t-shirt, one dollar’. Dat laatste blijkt trouwens niet te kloppen. We hebben voor die prijs nog geen t-shirt kunnen scoren.

Cambodja blijkt sowieso wat duurder dan Thailand. Vooral eten en drinken, maar met name de toeristische uitstapjes zijn voor Zuidoost-Aziatische begippen redelijk aan de prijs. En dat moet bij voorkeur in dollars worden afgerekend, zoals je uit onze top-5 al hebt kunnen begrijpen. De eerste grote uitgaven hadden we aan de grens, met 20 dollar pp voor het visum en 60 dollar voor een taxi naar Siem Reap. Gelukkig konden we die laatste pijn verzachten door de kosten te delen met een Duits meisje dat dezelfde kant opging. We hadden echter geen andere keuze dan de taxi. Hoewel de nieuwe, deels vierbaans asfaltweg van Surin (waar we jullie verlaten hadden) tot aan de grens een druk grensverkeer deed vermoeden, is de door ons gekozen grenspost verreweg de minst door westerse toeristen gekozen optie om Cambodja binnen te komen.
We hadden na het relatief goed ontwikkelde Thailand het gevoel vijftig jaar terug in de tijd te gaan. De weg veranderde ook meteen in het betere hobbel- en schudwerk. Na drie uur rijden kwamen we gelukkig op de hoofdweg – eufemistisch National Highway # 6 geheten -, die…… nog een stuk slechter was. Nog een half uur brachten we zigzaggend door om de gaten en kuilen te ontwijken voordat we voor het eerst Cambodjaans asfalt onder de wielen voelden. Al met al was het goed dat we een taxi hadden. Met een auto was de trip enigszins te doen. Het waren dus goed besteedde dollars, zeker nadat onze Duitse reisgenote ons vertelde dat ze van enkele landgenoten had vernomen dat de reis wel 11-12 uur kon duren. Wij konden gelukkig al zes uur na vertrek vanuit Surin onze intrek nemen in een guesthouse in Siem Reap.
Onze taxi was trouwens een Toyota Camry, zo’n beetje het enige merk en type personenauto dat hier lijkt rond te rijden. Volgens ons staan de eerste letters van Camry voor Cambodjaanse Auto Massage, want we waren toch aardig losgeschud in onze eerste uren Cambodja. In Siem Reap hebben we de afgelopen dagen vooral van een nekmassage mogen genieten. Onze (bijna) standaardreactie op alle begroetingen (zie de top-5 hiervoor) luidt ‘no thank you’ in combinatie met een schudden van het hoofd, alhoewel dat laatste naarmate de dagen vorderen steeds minder fanatiek gebeurt. Ter afwisseling zal Roel na afloop van deze typesessie een Thaise massage ondergaan (Eugenie wil niet). Deze derde vorm van massage wordt helaas niet gratis bij een bezoek aan Cambodja geleverd. Dat wordt dus weer dollars uittellen.
De belangrijkste reden om Siem Reap te bezoeken was voor ons – en voor wie niet – een bezichtiging van Angkor Wat. Met 40 dollar pp voor een driedaagse pas een behoorlijke uitgave, maar dan krijg je er ook Wat voor terug. Angkor Wat dus. Over de tempels van Angkor Wat kun je veel vertellen, maar dat doen we niet, want dan zitten we hier nog enkele uren te typen. We zullen volstaan met ‘wauw’. Nou vooruit, kort dan even. De overblijfselen van Angkor stammen uit de periode 600-1400 n. Chr. en liggen verspreid over een enorm gebied van enkele honderden vierkante kilometer. De tempels raakten na de ineenstorting van het Khmer-rijk overwoekerd door jungle en werden in de tweede helft van de negentiende eeuw herontdekt. Omdat de meeste tempels in de buurt van Siem Reap liggen, groeide dit dorp uit tot het toeristische centrum van Cambodja. We zien hier ook beduidend meer toeristen dan we in Thailand zijn tegengekomen.


Wij hadden er voor gekozen om Angkor per fiets te verkennen. We openden met het zogeheten grote circuit, dat vanuit het centrum van Siem Reap zo’n 35-40 km fietsen betekende. De bedoeling was om eerst de minder belangrijke bouwwerken te bezoeken en de laatste dag te eindigen met de hoogtepunten, de Bayon – gekenmerkt door 216 glimlachende Boddhisatva gezichten – en de tempel van Angkor Wat – het grootste religieuze bouwwerk ter wereld, dat omdat het als enige bouwsel in Angkor niet aan de jungle ten prooi viel redelijk intact is gebleven. Angkor Wat is nu ook het nationale symbool van Cambodja, dat onder meer terugkomt in de vlag, in het logo van het nationale biermerk (Angkor Beer) en in de namen van hotels, restaurants (leukste: Angkor What?) en toerbureautjes.

Om de bouwwerken optimaal tot hun recht te laten komen waren zonneschijn en zo weinig mogelijk touringcargroepen echter wel essentieel. Dat laatste viel redelijk te plannen, maar de zon liet zich wat minder makkelijk sturen. De eerste dag was dat geen probleem, maar toen wij ons opmaakten voor het moment supreme liet de zon ons een beetje in de steek. Tijdens ons bezoek aan het Bayon liet de zon zich gelukkig nog een paar maal zien, maar Angkor Wat lag er met bewolking helaas wat sombertjes bij. We hebben echter een prachtig schilderij gekocht waardoor we thuis elke dag van Angkor in haar volle glorie zullen kunnen genieten. Want wat ons betreft hoort Angor meer dan thuis in het rijtje met onder meer de Taj Mahal (India), de Kathmandu vallei (Nepal), de Maya-ruines van Palenque (Mexico) en Tikal (Guatemala) en de pyramiden van Gizeh (Egypte).
Naast Angkor Wat hebben we ook het Cambodian Cultural Village met een bezoek vereerd. Het CCV is het Cambodjaanse antwoord op de Disneyparken, maar dan zonder de spectaculaire ‘rides’, zonder ‘levend’ amusement en vooral ook zonder bezoekers. Dat zal wellicht met de toegangsprijs (ook bijna Disney-niveau) liggen die totaal niet in overeenstemming was met het gebodene. Toen wij rond het middaguur arriveerden bleken wij zo ongeveer de enige gasten te zijn. Toen ‘s middags wat dansshows startten trok het bezoek iets aan, vooral Cambodjanen, maar erg leven ging het nog niet. Met wat kale voorbeelden van Cambodjaanse dorpjes, Madurodam-miniaturen van enkele gebouwen uit de hoofdstad Phnom Penh en omgeving en een klein wassenbeeldenmuseum trek je ook niet veel mensen. Het meest opvallend vonden we nog de ‘Judgement Tunnel’, waarin de verschillende straffen die zondaars konden verwachten wel erg grafisch werden verbeeld. We zijn wel benieuwd wat Cambodjanen gezien hun gruwelijke recente geschiedenis daarvan vinden.
Vanmorgen hebben we nog een bezoek gebracht aan een drijvend dorp op het enkele kilometers ten zuiden van Siem Reap gelegen Tonle Sap meer. Dit meer is het grootste zoetwaterbekken van Zuidoost-Azie en varieert enorm in omvang. Tijdens het droge seizoen is het ongeveer 2.500 vierkante kilometer groot, maar tijdens het natte seizoen wordt het meer 5-6 keer zo groot doordat de snel stijgende Mekong het water in het meer opstuwt. Het drijvende dorp stijgt en daalt met het water mee en wordt vooral bewoond door etnische Vietnamezen. Het was wel aardig om te zien, maar ook hier moest naar verhouding weer veel voor worden betaald. Of dit met het hoge toeristische gehalte van Siem Reap te maken heeft of dat dit voor heel Cambodja geldt zullen we vanaf morgen kunnen ontdekken, wanneer we per boot naar de plattelandsstad Battambang gaan.


Na het boottochtje zijn we naar het centrum gegaan, waar Eugenie op de markt heeft staan afdingen om enkele kilo’s fruit in te slaan. Dit komt door een verzoek vanuit nederland om fruit te kopen en dit te doneren aan het rehabilitation center in Siem Reap. We wilden natuurlijk aan dit verzoek voldoen en hebben het afgegeven en we hebben daarbij een kleine uitleg gekregen.
Groeten, Roel en Eugenie

bye bye battambang, hello moto Phnom Penh

28 November 2005

Hello, bye bye,
De ranglijst van begroetingen heeft de afgelopen dagen weinig spectaculaire veranderingen ondergaan. Gisteren en eergisteren waren we in de provinciestad Battambang, na Siem Reap (in onze vorigemail nog oneerbiedig een dorp genoemd,, maar qua inwonertal vergelijkbaar met Amsterdam) en de hoofdstad Phnom Penh (waar we nu zijn). We hadden het gevoel dat onze populariteit danig was afgenomen. Geen hello’s meer (in welke vorm dan ook), enkel nog een enthousiast bye bye van de kinderen toen we achter op een moto het platteland rond Battambang doorkruisten (tijd voor eerst hello is er dan blijkbaar niet).
Het ‘gebrekkige’ enthousiasme had alles te maken met het feit dat Battambang absoluut niet zo toeristisch is als Siem Reap. Het was op zich wel weer even een verademing om niet altijd maar ‘nee’ te hoeven verkopen. Al op weg naar Battambang werden we veelvuldig door de kids begroet toen we in vijf uur met de boot van Siem Reap naar Battambang voeren. De tocht voerde voor een deel over het Tonle Sap meer en de wetlands aan de zuidzijde van het meer en over de rivier de Sangker. Het water van Tonle Sap was pas enkele weken aan het zakken (zie ook vorige mail), maar nu al was het voor de boot vaak al moeilijk manoeuvreren om door de vaargeul te komen. Het was een mooie tocht langs vele dorpjes (veelal op palen gebouwd). Dat de boot door pech enige tijd stil kwam te liggen in een smalle passage door de wetlands was een aangename onderbreking van de reis. Hoorden we even de motor niet….
De plaats Battambang had, behalve erg lekkere fruitshakes, zelf weinig te bieden. De in de gidsen geroemde Franse koloniale woningen bleken vooral het domein geworden van mobiele telefonie aanbieders en brommerverkopers, twee hebbedingen die je als Cambodjaan niet mag missen. Dat hadden we in twee uurtjes dan ook wel gezien. De aantrekkelijkheid van Battambang moest dan ook in het omliggende platteland worden gevonden, dat vooral gekenmerkt wordt door wat wij ‘smashing green’ noemen. De provincie Battambang is de rijstschuur van Cambodja en aangezien de meeste rijst nog geoogst moet worden stonden de velden er nog prachtig groen bij.
Naast al dat groen, de vele kleine dorpjes en stereotiepe beelden als ossenkarren, huisjes van hout en bamboe en stoffige, hobbelige rode zandwegen (volgens de motorijders die ons rondreden zijn er in Cambodja vijf soorten wegen: stoffig, hobbelig, modderig, glibberig en ??) hebben we een bezoek gebracht aan twee tempelheuvels: Wat Banan en Phnom Sampeau. Van de eerste hebben we weinig gezien omdat we de tijd vooral doorbrachten met het ‘praten’ met enkele jonge monniken (ze spraken echter nauwelijks Engels). Phnom Sampeau staat ook wel bekend als de ‘killing cave’. Hier werden tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer (1975-79) enkele duizenden mensen gedood, onder meer door ze van grote hoogte in een grot te laten vallen. Schedels en beenderen van de slachtoffers liggen hier als tastbare en levende herinnering aan die periode in een bak tentoongesteld.
Als afsluiter van deze dag hebben we weer een apart vervoermiddel aan ons repertoire kunnen toevoegen: de norry, oftewel bamboetrein. De norry bestaat uit twee losse assen met treinwielen en een platform (inderdaad van bamboe) dat hier los opligt. Komt er een tegenligger aan, dan haal je de norry binnen een minuut van de rails. We dachten aanvankelijk dat ze alleen nog voor toeristen reden, maar het bleek gezien de tegenliggers een normaal vervoermiddel in de regio te zijn. Een ander door ons getest en goedgekeurd vervoermiddel vormt de remorque-moto (aangeprijsd als tuk-tuk): een kleine motor met aan een trekbeugel een twee- of vierpersoons wagentje.
Vandaag zijn we in 5,5 uur met de bus naar Phnom Penh gereden en hebben we de vliegtickets voor onze vlucht op 2 december naar de provincie Ratanakiri opgehaald. We dachten eerst nog dat het een hele klus zou worden om het reisbureautje waarbij we tickets via internet hadden geboekt te vinden, maar het stomme toeval wilde dat het guesthouse waar we terecht kwamen er schuin tegenover lag. Blijkbaar valt deze reis onder een goed gesternte, want zelden verliep het reizen zo soepel als deze trip. We liggen nu dan ook een dag voor op ons geplande reisschema. Straks houden we nog tijd over……..
Cambodja bevalt ons trouwens prima. We eten hier lekkerder dan in Thailand en de mensen lijken hier opener en spontaner. Ze spreken bovendien een stuk beter Engels dan de Thai. Zelfs kinderen die met souvenirs leuren spreken over het algemeen heel wat meer Engels dan Thai die in hotels werken. En we hebben in ieder geval begrepen dat het weer hier een stuk beter is dan in Nederland. Hoewel we hotels en guesthouses hier spotgoedkoop zijn (we gaan ons nu ‘te buiten’ aan een kamer met airco en ‘warm’ (in ieder geval niet koud) water voor 10 US$ per nacht) hebben alle kamers tv met sattelietontvangst, zodat we goed op de hoogte zijn van wat er elders in de wereld gebeurt. Wat hier de komende dagen gebeurt lezen jullie in het volgende bericht.
Groeten Roel en Eugenie
Hello moto Phnom Penh
1 December 2005

Hello moto (tuk-tuk),
Zul je altijd zien, krijgen we in Phnom Penh anderhalve dag lang elke tien meter de vraag of we een moto (of een tuk-tuk) nodig hebben, als je er dan echt een tuk-tuk nodig hebt schitteren ze door afwezigheid. Dat gebeurde ons gisteren toen we een tuk-tuk wilden charteren om ons naar de zogeheten ‘killing fields’ te brengen zo’n 15 km buiten het centrum van de stad. De ‘killing fields’ van Choeung Ek zijn een plek waar de Rode Khmer tijdens hun schrikbewind van 1975-79 naar schatting 17.000 mensen ombrachten en in massagraven dumpten. Het is daarmee een van de grootste massagraven van de Rode Khmer. Over hoeveel mensen onder hun regime als gevolg van executies, honger en ziekten zijn omgekomen lopen de schattingen uiteen: van 1-3 miljoen. Ook in de jaren ervoor en erna kwamen als gevolg van gewapende strijd en burgeroorlog veel mensen om het leven. Cambodja kent pas sinds eind 1997 weer vrede.
De Rode Khmer onder leiding van Pol Pot streefden naar een Maoistische, agrarische heilstaat waarin niet de familie maar de staat het referentiekader van de bevolking diende te worden. Om hun doel te bereiken verdreven de Rode Khmer de bevolking van de steden naar het platteland om onder abominabele omstandigheden te werken en werden tegenstanders en/of hoger opgeleiden vermoord. Op de ‘killing fields’ van Choeung Ek is een monument opgericht ter herinnering aan alle slachtoffers van deze periode. Dit monument bestaat uit een stoepa met daarin een grote glazen kolom die de schedels en beenderen van circa 8.000 opgegraven slachtoffers bevat.
Vrijwel alle slachtoffers kwamen uit de gevangenis van Tuol Sleng waaraan we daarna een bezoek brachten. Deze voormalige school werd door de Rode Khmer vooral gebruikt om politieke tegenstanders te martelen en te verhoren. Toen de Vietnamezen de Rode Khmer verdreven bleken slechts zeven gevangenen de gevangenis overleefd te hebben. Tuol Sleng is nu ingericht als museum waarin de foto’s van een groot deel van de gevangenen die er gemarteld werden het meest indrukwekkende onderdeel vormen. Net als de Nazi’s hadden de Rode Khmer namelijk de gewoonte om alles over de personen die ze gevangen namen uitgebreid te documenteren. Daarbij hoorde ook het maken van een foto. Verder waren er in het museum onder meer martelwerktuigen te zien (en was uitgebeeld hoe ze werden gebruikt).
Gelukkig heeft Phnom Penh ook vrolijker kanten. Zo hebben we onder meer een bezoek gebracht aan het Koninklijk Paleis, de Zilveren Pagode en het Nationaal Museum – die een goed beeld gaven van de rijke historie van Cambodja – en aan Wat Phnom die op de enige heuvel ligt die de stad rijk is. Hier bivakeerden ook veel apen die zo gewend waren aan mensen dat ze uit je hand aten. Daarnaast hebben we verschillende markten bezocht. We hebben daarbij de nodige souvenirs ingeslagen op de zogeheten Russische Markt. Ook hebben we het de enige moderne winkelcentrum van Cambodja bezocht, Soraya, het enige gebouw ook met roltrappen in het land. Hoewel het gebouw er nu al enkele jaren staat, staan er bij de roltrappen nog altijd roltrapinstructeurs om bezoekers die onbekend zijn met dit fenomeen te assisteren.
Vandaag hebben we nog niet zoveel gedaan. Roel was als gevolg van een verkeerd gevallen maaltijd vannacht en vanmorgen niet helemaal fit en dus zijn we maar ‘thuis’ gebleven. We zouden een excursie maken buiten de stad, maar omdat dat voor ons een van de minst belangrijke uitjes van deze reis was hebben we ‘m maar geschrapt. Kon Eugenie eindelijk in haar boek beginnen. Morgen gaan we echt de Cambodjaanse bush-bush in. Of en in hoeverre we van daaruit kunnen mailen weten we niet. Het kan daardoor wel even (een weekje?) duren voordat jullie weer een berichtje van ons krijgen. Tot dan!
Groeten Roel en Eugenie

bye bye bush-bush, hello beach

8 December 2005
Hello buy bracelet, buy string, massage?
De begroetingen lijken per landsdeel te veranderen. Gisteravond zijn we aangekomen in Sihanoukville, Cambodja’s enige badplaats van enige importantie, maar nog ver weg van iets wat lijkt op een Costa del Cambodia. Het rode stof van de bush-bush is daarmee ook verruild voor het witte zand van het strand. Na een dagje weken in het lauwwarme zeewater hopen we het meeste rode stof uit onze porin te hebben geweekt, want aan dat stof viel in Rattanakiri – onze thuisbasis de afgelopen week – niet te ontkomen. De provincie Rattanakiri is gelegen in het ‘wilde’ noordoosten van Cambodja, tegen de grens met Laos en Cambodja aan. Je krijgt er het echte outback-gevoel: oftewel National Geographic meets Discovery Channel. Dat begint al met de vlucht erheen. De beste omschrijving voor de Russische Antonov-24 die ons van Phnom Penh naar Rattanakiri’s hoofdplaats Ban Lung bracht is volgens ons die van een vliegende bus. Het toestel kon 52 passagiers vervoeren, had bagagerekken net als een bus (dus geen bagagecompartimenten met luiken), kende geen vaste zitplaatsen en vertrok zonder poespas toen het vertrektijdstip daar was – dus geen ‘this is your captain speaking’ of veiligheidsinstructies. Het enige dat aan vliegen deed denken was de aanwezigheid van een stewardess en het feit dat de bus vleugels had en kon vliegen. Dat al snel na vertrek rook zich de cabine inperste mocht de pret niet drukken. Enkele Franse passagiers achter ons raakten enigszins in paniek, maar het bleek slechts de airco die trachtte frisse lucht naar binnen te loodsen. De luchthaven van Ban Lung had trouwens ook een hoog outback-gehalte: een onverharde strip gravel waarover de kinderen naar school fietsen of lopen, een pick-up truck als bagageband en een vervallen barak als aankomsthal – waar overigens wel voor het eerst in ons leven werd gecheckt of we wel onze eigen bagage meenamen!! Het gebouwtje dat als vertrekhal diende oogde nog wel een beetje. Grappig was dat bij onze terugvlucht de bagage op een oude kruideniersweegschaal werd gewogen. We waren trouwens blij dat we uiteindelijk voor een retourvlucht hadden gekozen, want na bijna vier weken reizen waren we toch wel toe aan wat rust. Waren we over de weg en de Mekong terug gegaan dan had ons dat minimaal drie en misschien zelfs vier dagen gekost. Nu overbrugden we de afstand van Ban Lung naar Sihanoukville iin een dag, want ja ons reisgeluk houdt niet op. Nadat we gisteren op de luchthaven van Phnom Pehn waren geland en met de taxi snel naar het centrum waren gereden konden we nog net de laatste bus richting het zuiden pakken. Rattanakiri bestaat vooral uit jungle afgewisseld met veldjes waarop de lokale minderheden rijst verbouwen of cashewnoten, de nieuwe ‘cashcrop’ in de regio. Daarnaast zijn er veel rubberplantages. Asfalt kennen ze niet, net zo min als massatoerisme zo is ons gebleken. Waar je in Thailand en Vietnam bij een bezoek aan de hilltribes in het noorden van beide landen al snel de nodige toeristische handwerkjes worden aangeboden, lijkt die gedachte bij de hilltribes van Cambodja nog ver weg. MIsschien komt dat ook doordat het toerisme er nog in de kinderschoenen staat. Tijdens onze uitstapjes kwamen we zelden of nooit andere toeristen tegen. En van die paar toeristen die wel komen vragen de locals zich af waarom zij in godsnaam langs hun boerderijtjes en dorpjes lopen. Zo bijzonder is dat toch niet? Misschien ook niet zo vreemd wanneer je bedenkt dat ze nauwelijks weet hebben van wat zich buiten hun eigen gemeenschap afspeelt en dat de wereld er daar heel anders uitziet. Wie trouwens kleurrijke minderheden als in Thailand en Vietnam verwacht komt in Rattanakiri bedrogen uit. De mensen gaan sober en weinig uitbundig gekleed en slechts een enkeling draagt nog traditionele kleding zoals de lendendoek die we een oudere man op een boerderij nog zagen dragen. Ook kom je tijdens de trekking weinig mensen tegen. Dat laatste vonden we een beetje een tegenvaller, maar daar stond dan wel weer tegenover dat het bezoek aan de minderheden in Cambodja een origineler karakter had. Geen toeristisch circus, maar puur de mensen meemaken zoals ze in werkelijkheid zijn, eenvoudig en zonder veel bezitingen. De gereedschappen en manieren van landbewerking konden zonder meer primitief worden genoemd. Gejaagd wordt nog met een kruisboog die in Europa een paar honderd jaar geleden al ouderwets was. De door Eugenie meegebrachte ballonnen ontlokten zelfs verbaasde reacties bij de kindjes. Zo af en toe moest ze hen laten zien hoe je daar een raar piepend geluid mee kon maken. De ouders zullen ons dankbaar zijn…….. Een van onze trips bestond uit een bezoek aan de bijzondere begraafplaatsen van de Tompoun, een van de minderheden uit het gebied. Om er te komen moesten we eerste met een 4-wheeldrive anderhalf uur schuddend door de jungle over een nauwelijks te berijden weg (kruising wasbord en gatenkaas) om vervolgens drie kwartier vrijwel roerloos met een bootje over een rivier te varen. de kano was zo smal en lag zo laag dat je bij elke miniscule beweging het gevoel had dat je om zou kieperen. Maar dan mocht je ook een manier van begraven aanschouwen die uniek is in de wereld en door slechts enkele gemeenschappen in Cambodja wordt gehanteerd. De Tompoun maken een soort kleine tombes van hun graf, waarbij op de hoeken levensgrote afbeeldingen worden geplaatst van de overledene, eerst van hout, maar als teken van moderniteit tegenwoordig ook in beton. De grafkist wordt voordat iemand sterft al op maat gemaakt. Zo had de chief van het dorp dat wij bezochten zijn kist al klaar staan onder zijn huis en stond zijn beeltenis al bij het graf waar zijn vrouw reeds begraven lag. Verder hebben we nog edelsteenmijnen bezocht 35 km ten zuiden van Ban Lung. Hier groeven ‘in the middle of nowhere’ mannen onder zware omstandigheden in mansgrote putten die enkele meters diep konden zijn naar met name zirkonen. Vooral de tocht erheen en weer terug achter op de kleine 125 cc motoren die het belangrijkste vervoermiddel in Cambodja vormen was een hele belevenis. Over soms erbarmelijke paden (wegen kun je het niet meer noemen) hobbelden we in twee uur door jungle en langs rubberplantages naar de mijnen. Na afloop zagen we er zelf uit als mijnwerkers. Pas na langdurig schrobben met natte handdoeken waren we weer enigszins stof- en zandvrij. Maar zelfs als je dan dacht helemaal schoon te zijn, bleek bij het afdrogen dat je toch nog weer een stukje vergeten was. Verder bood Yaklom Lake vlakbij Ban Lung de mogelijkheid om wat stof kwijt te raken. Dit ronde kratermeer vormt ook voor de locals in het weekeinde een van de weinige mogelijkheden tot verpozing. Echte zwemmers zijn het echter niet. Ze durfden nauwelijks tien meter uit de kant te zwemmen. Bescheiden waren ze ook: vrouwen togen sowieso volledig gekleed te water, terwijl voor de mannen de pantalon de voorgeschreven zwemkledij leek te zijn. Als blote Europeanen trokken we dan ook veel bekijks, hoewel Eugenie voor de gelegenheid haar bloesje toch ook maar over haar bikini aanhield. Beetje integreren kan geen kwaad. Verder hebben we in ons onderkomen, Yaklom Hill Lodge, vooral veel geslapen. De lodge lag zes kilometer buiten Ban Lung in de jungle. OMdat er naast het luisteren naar junglegeluiden weinig anders te doen was (zoals in heel Rattanakiri trouwens) lagen we meestal al tussen 8 en 9 uur ‘s avonds in bed in onze wel erg basic bungalowtje. Voor Eugenie was dat ook geen overbodige luxe, want de eerste twee dagen in Rattanakiri was ze wat ziekjes. Om toch alle uitstapjes mee te kunnen maken koos ze de eerste nacht voor drastische maatregelen. Om de misselijkheid op te heffen werd de door de lodge ter beschikking gestelde tandenborstel dankbaar in de keel gestoken om een overgeefreactie op te wekken. En met succes. Je moet wat voor je vakantie overhebben…….. De komende week staat echter vooral in het teken van relaxen. Daarom hebben we na de eerste nacht in Sihanoukville meteen een andere kamer gezocht. De hanen van de achterburen waren wat van slag en begonnen al om twee uur ‘s nachts een concert dat ‘s morgens om tien uur nog niet was afgelopen. Nu slapen we voor slechts negen dollar in een kamer zo groot als een balzaal en kunnen we warm douchen. Een beetje luxe mag best een paar dollar meer kosten…… En ons is beloofd dat het rustig is ‘s nachts. We zullen het zo ervaren. Groetjes, Roel en Eugenie
26 uur op Ko Chang

14 December 2005
Sawasdee uit Bangkok,
Ja je leest het goed, het is geen vergissing. We zouden vandaag – de eerste verjaardag van onze trouwdag – eigenlijk met onze voeten in het zandstrand van Ko Chang zullen doorbrengen, maar onze reisplannen hebben de afgelopen dagen een serieuze wijziging ondergaan. De belangrijkste redenen daarvoor zijn een tegenvallend Ko Chang en een dipje in het weer. Het was de afgelopen dagen verre van strandweer en omdat de weersvoorspelingen voor de komende dagen weinig verbetering voorzagen hebben we a la minute maatregelen genomen en zijn we voortijdig in Bangkok beland.
We verlieten jullie toen we nog aan het strand van Sihanoukville in Cambodja zaten. We zijn daar daarna nog twee dagen gebleven: dagtochtje gemaakt naar enkele eilanden voor de kust (met een amper zeewaardige boot), wat gesnorkeld, wat gezond en wat verbrand. We waren plaatselijk net zo rood als de kreeften waarmee de verkoopsters langs het strand liepen te leuren (naast de strings, armbandjes en massages). Rood verbranden zullen de Cambodi’s zelf trouwens niet zoi snel. Zoals we al eerder hadden mogen aanschouwen geven de locals er de voorkeur aan om geheel – of in ieder geval zoveel mogelijk – gekleed te water te gaan. De belangrijkste andere strandactiviteiten bestonden uit dobberen in een binnenband, veel eten (hoe blijven ze zo slank vraag je je soms af) en het laten maken van foto’s in nauwkeurig door de veelvuldig aanwezige fotografen gechoreografeerde pose’s.
De vele weekendgasten uit Phnom Penh brachten trouwens wel wat leven in de brouwerij, want we vroegen ons al af waar al die restaurantjes en verkoopsters die het strand van Sihanoukville bevolkten van moesten leven. In de eerste dagen waren er meer verkoopsters dan strandgasten en kwam de verhouding badgast-restaurant gevraalijk dicht in de buurt van 1:1. De toegenomen weekenddrukte vormde voor ons echter niet de reden om op zondag na drie mooie Cambodjaanse weken het land te verlaten. We hadden hoge verwachtingen van Ko Chang en wilden ook daar tijd voor reserveren en dus gingen we met de expressboot (een soort varende bus) over zee van Sihanoukville naar de grensovergang bij Koh Kong. Omdat de boot alleen om 12.00 uur ‘s middags vaart moesten we in de plaats Trat overnachten voor we door konden gaan naar het eiland Ko Chang.
Zodra we op Ko Chang waren aangekomen maakten we kennis met het ondoorgrondelijke taxisysteem dat eruit bestaat dat je pas gaat rijden als de taxi (een pick-up) helemaal vol zit of dat ze – zoals we 26 uur later bij ons vetrek mochten vaststellen – doelloos leeg rondrijden zonder passagiers op te pikken. Bij aankomst op Ko Chang bleken slechts vijf passagiers voor de pick-uptaxi beschikbaar terwijl volgens de chauffeur minimaal tien mensen nodig waren om te gaan rijden. Dus besloot hij dat we maar een uur op de volgende ferry moesten wachten. Wij wilden dat uiteraard niet (we waren niet voor niets vroeg opgestaan) en na een stevige woordenwisseling en het besluit van onze kant om dan maar het dubbele te betalen volgde een razende rit naar het strand. We werden nog keurig op onze plaats van bestemming afgeleverd, later hoorden we dat de drie andere passagiers (die naar een ander strand wilden) ergens in ‘the middle of nowhere’ uit de taxi waren gebonjourd.
Een weinig bemoedigend begin. Vervolgens was het nog een hele klus geschikte accommodatie te vinden. Er leken slechts twee keuzes: enigszins ‘up-market’ met kamers vanaf 30 euro of houten hutten met nauwelijks ruimte voor een bed die hun beste tijd hadden gehad en waarbij je bijna in de toiletpot moest staan om te kunnen douchen en voor prijzen waar je elders een grote kamer met airco en warm water kon krijgen. Gelukkig vonden we na lang zoeken een aardige kamer voor 12 euro. Dat leek er meer op. Enig nadeel: de Duitse vlag die fier voor de receptie wapperde en de ‘ stammtisch’ in het restaurant. Het vormde echter niet de reden Ko Chang al de volgende dag weer te verlaten. Dat was vooral het weer. De eerste dag was zwaar bewolkt en ook de volgende ochtend beloofde weinig goeds. Nadat we op internet via twee sites de bevestiging kregen dat het weer pas na enkele dagen zou verbeteren, besloten we om 9.30 uur weer te vertrekken en zaten we om elf uur op de boot. Maar niet nadat we bijna een half uur lang om de twee minuten een lege of vrijwel lege taxi voorbij zagen rijden waarbij de chauffeur gebaarde dat hij ons niet mee kon nemen. Om de ferry te halen hebben we toen bij een hotel een minivan gehuurd die ons snel naar de ferry bracht. En na een busreis van bijna zeven uur in onze eerste echte bus vol toeristen arriveerden we vervolgens in Bangkok, waar we al snel een goed en betaalbare kamer wisten te vinden vlak bij het backpackersgetto Khao San Road.
Dat was gisteren. Vandaag hebben we enkele highlights bezocht van ons bezoek aan Bangkok zes jaar geleden: het koninklijk paleis en de Wat Po (met de grootste liggende boeddha van Thailand). Het betekende enkele uren vol bling-bling, waarna alle andere bezienswaardigheden die Bangkok te bieden heeft alleen maar kunnen tegenvallen. Of dat zo is zullen we de komende dagen ontdekken. Straks eerst bij een Indiaas restaurant eten om ons eerste jaar als echtpaar uit te luiden. Daarna misschien nog wat shoppen op Khao San Road. Want we zijn ook naar Bangkok gekomen om te winkelen. De bahts branden in onze zakken, maar tot nu toe hebben we ons kunnen beheersen. Maar hoe lang nog? Helemaal leeg mag de portemonnee ook niet raken, want als het even kan willen we toch nog graag met een paar dagen strand afsluiten.
Groeten Eugenie (inmiddels getooid met 94 vlechtjes) en Roel (haar te kort voor vlechtjes)



Hola uit Hua Hin

18 December 2005

Hola, Een laatste berichtje, deze keer vanuit de badplaats Hua Hin (op de kaart 200 km ten zuidwesten van Bangkok). We zijn hier gisteren per exprestrein (in Thailand betekend dat met opzet boemelen) gearriveerd om nog een paar dagen uit te rusten en bij te bruinen alvorens terug te keren naar het koude Nederland. We zijn hier vooral omringd door Scandinaviers die een korte zonvakantie vieren. We hebben echt het gevoel aan de Costa Thailandos te zijn beland. We hebben soms meer het gevoel in Spanje dan in Thailand te zijn; er is hier zelfs een restaurant De Vliegende Hollander (met kroketten op het menu). Verder lijkt hier alleen zon, zee, strand, goedkope souvenirs en hutjemutje op het strand liggen te tellen. Dat laatste heeft vooral te maken met het smalle strand. Zeker ‘s morgens is er bij vloed nauwelijks genoeg strand over om je handdoekje neer te leggen. Voor een paar dagen ‘rest & relaxation’ is het voor ons ok, maar we zouden dit niet graag als hoofdbestemming van onze vakantie zien. We zijn dan ook op de gok in Hua Hin terecht gekomen. We wilden aanvankelijk naar Pattaya, het Sodom & Gomorra onder de Thaise badplaatsen, omdat dit het best en snelst te bereiken was vanuit Bangkok, maar dit werd ons van verschillende kanten afgeraden. Het eiland Ko Samet was naast Hua Hin het enige andere alternatief, maar zou veel op Ko Chang lijken. Na onze ervaringen daar hadden we daar geen trek in. Het was trouwens een goede keuze Ko Chang te verlaten. We hoorden later dat het weer er de dagen na ons vertrek koud, somber en winderig was geweest. Winderig is het in Hua Hin trouwens ook. Als je geen beschutting zoekt waai je half van het strand af. Zwemmen in zee is daardoor – en door de sterke branding en harde onderstroom – onmogelijk. Even het water in om te plassen betekent dat je enkele honderden meters verderop het water weer kunt verlaten. Het houdt je wel in beweging. De laatste twee dagen in Bangkok waren we trouwens een beetje ziek. We waren niet geveld door Sars of vogelgriep, maar waren door een veel ernstiger virus besmet………. koopziekte. Gelukkig hadden we snel een medicijn gevonden: kopen, kopen, kopen. We begonnen ons herstel in Chinatown en knapten weer geheel op in het MBK winkelcentrum. Ons aanvankelijke plan was om met de skytrain (een soort metro op paaltjes) enkele shoppingmalls bij langs te gaan. We stapten rond half een ‘s middags MBK binnen en stonden zeven uur laten bepakt en bezakt – en vele bahts armer – weer buiten. We waren bij toeval het winkelcentrum binnengestapt dat het beste bij ons budget aansloot; oftewel veel nep merkkleding, veel souvenirshops en genoeg mogelijkheden voor een hapje en een drankje verdeeld over honderden winkeltjes. Zaken als V&D of De Bijenkorf lijken bij veel shoppingmalls in Bangkok – en daar zijn er tientallen van – maar kneuterige detailhandelszaakjes. Veel zijn gericht op het topsegment van de markt, met alle luze kledingmerken die je maar kunt bedenken. In de meeste was het trouwens wel opvallend rustig. Liep je eens een zaak binnen, dan werd je meteen door vier of vijf paar ogen gevolgd, gretig om je van dienst te zijn. Al met al waren het drie zware en lange dagen in Bangkok. Met ook nog alle winkelmogelijkheden in Khao San Road en Patpong (vooral bekend vanwege de go-go bars, maar nu ook een toeristische nachtmarkt) lagen we nooit voor twaalf uur op bed. Nog even bijkomen in Hua Hin is dan ook zeer welkom. Echt afkicken is er trouwens niet bij, want ook hier kun je ‘s avonds op veel plaatsen terecht om langs allerlei stalletjes te shoppen. Nu maar hopen dat we ons kunnen beheersen, want de rugzakken puilen nu al uit. En we willen bij de douane ook weer niet teveel de aandacht op ons vestigen…….. Groeten, Roel en Eugenie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Thailand, Bangkok

Roel en Eugenie

Roel en Eugénie trekken de wijde wereld in.

Actief sinds 16 Sept. 2011
Verslag gelezen: 623
Totaal aantal bezoekers 115700

Voorgaande reizen:

25 September 2015 - 08 November 2015

Peru, Bolivia, Chili en Paaseiland

13 Maart 2015 - 29 Maart 2015

2015 Midden - Oosten

14 November 2014 - 13 December 2014

2014 Myanmar

01 Juli 2013 - 01 Februari 2014

2013 Wereldreis

21 December 2012 - 30 December 2012

2012 Riga en Vilnius

19 September 2012 - 21 Oktober 2012

2012 USA

12 Juni 1969 - 31 Augustus 2012

Wij zijn geweest in............

07 Oktober 2011 - 06 November 2011

2011 Japan

08 Oktober 2010 - 08 November 2010

2010 India

14 September 2009 - 14 Oktober 2009

2009 Zuid-west Amerika

07 Oktober 2008 - 11 November 2008

2008 Marokko

09 Augustus 2007 - 24 November 2007

2007 Tibet, China, Rusland, Mongolie,

12 Oktober 2006 - 17 November 2006

2006 Zuid India

11 November 2005 - 21 December 2005

2005 Thailand - Cambodja

30 November 2002 - 30 November 2002

2003 Mali - Ghana - Burkina Faso

30 November 2001 - 30 November 2001

2002 Vietnam

30 November 2003 - 30 November -0001

2004 Sri Lanka

Landen bezocht: