Adembenemende Andes
Door: Roel en Eugenie
Blijf op de hoogte en volg Roel en Eugenie
05 Oktober 2015 | Peru, Ollantaytambo
We zijn op hoogte. En dat hebben we geweten. Vooral Roel dan althans. Het is niet de eerste keer dat we de hoogte opzoeken tijdens onze reizen. Acht jaar geleden waren we al eens in Tibet. We vlogen van zeeniveau naar Lhasa, dat op 3.600 meter ligt, en ondervonden toen naast wat hoofdpijn op de dag van aankomst en kortademigheid eigenlijk geen aanpassingsproblemen aan de hoogte. Het enige wat we deden om met de hoogte om te gaan was veel water drinken.
Dat deden we nu ook. En we slikten diamox (pillen tegen hoogteziekte), we kauwden op cocablaadjes (Roel ging ervan kokhalzen), aten cocasnoepjes en dronken cocathee. En toch verliep de eerste kennismaking met de Andes allesbehalve voortvarend. We hadden vanuit Arequipa een tweedaagse trip naar de Colca Cañon geboekt – twee keer zo diep als de Grand Canyon – en reisden daarbij via een pas van 4.910 meter hoogte naar naar het plaatsje Chivay op 3.600 meter hoogte en op zo’n vier uur van Arequipa.
Van Chivay heeft Roel weinig meegekregen. Na een halve lunch zocht hij met barstende koppijn het bed op van ons koude hotelletje om pas de volgende ochtend weer enigszins onder de mensen te zijn. De hoogte, maar waarschijnlijk ook de bijwerkingen van de diamox deden hem de das om. Want naast hoofdpijn kreeg hij last van tintelingen in handen, voeten en gezicht (vooral dat laatste voelde enorm raar), extreem vaak moeten plassen, maag- en darmklachten en duizeligheid. Misschien was het middel in dit geval wel erger dan de kwaal. We zijn er dus maar mee gestopt.
Gelukkig had hij in Chivay weinig gemist, kreeg hij later van Eugénie te horen. Geen man overboord dus, want het belangrijkste doel van de trip was om ’s ochtends condors te bewonderen. Dat betekende weer vroeg opstaan, om kwart voor zes ’s ochtends. De voortekenen op weg naar het uitkijkpunt waren niet goed. Het was bewolkt en dat betekent weinig thermiek die nodig is voor de condors om over de cañon te scheren. Maar we waren nog niet gearriveerd of we zagen de eerste condors vliegen. Uiteindelijk gaven een stuk of acht condors een showtje stuntvliegen weg dat wat ons betreft wat langer had mogen duren. Onvoldoende thermiek blijkbaar.
Op de weg terug werd het grijze weer nog wat grijzer en begon het te sneeuwen. Zo hebben we de eerste week al een breed spectrum weersomstandigheden meegemaakt: grijs, fris en een beetje regen in Lima, zonnig en fris in Paracas, zonnig en aangenaam en Huacachina, zonnig en woestijnwarm in Nasca, eeuwige lente in Arequipa en grijs herfstweer in de Colca Cañon. Toen we de volgende dag vanuit Arequipa onze laatste Peru Hop etappe naar Cusco aflegden – vijf uur ’s ochtends opstaan, zucht – kwam daar nog een vleugje winter bij. Op het hoogste deel van het traject was de Andes even helemaal met een dunne sneeuwdeken bedekt.
Tot nu toe vonden we het landschap en de steden in Peru trouwens nog niet heel bijzonder, met uitzondering dan van Arequipa en de Colca Cañon. Sterker nog: veel van wat we tot nu toe van Peru hebben gezien was uitgesproken lelijk, zowel landschappelijk als stedebouwkundig (maar we geven toe smaken verschillen). We hebben in de loop der jaren naast veel mooie ook al veel afzichtelijke plekken gezien en Peru lijkt daar rijkelijk mee bedeeld. De eerste pak ‘m beet acht uur van de 11,5 uur bussen tussen Arequipa en Cusco brachten daar weinig verandering in (het miezerige weer hielp daar ook niet bij), maar toen reden we ineens het Peru uit de folders binnen.
Het berglandschap werd vele malen indrukwekkender, de dorpjes pittoresker en het weer knapte ook zienderogen op. Na een overnachting in Cusco (waar we later weer zullen terugkeren), zijn we vandaag met een taxi naar het dorpje Ollantaytambo gereden. Onderweg bezochten we de (net iets te toeristische) zondagsmarkt in Chinchero, de op een amphitheater lijkende terrassen van Moray (gedacht word dat de Inca’s deze als laboratorium gebruikten om de optimale groeicondites van gewassen te bepalen) en de in terrassen aangelegde zoutpannen van Salinas. Moray en nog meer Salinas waren prachtig om te zien, maar trekken veel minder bezoekers dan de meer bekende sights in de Sacred Valley.
We zijn nu al onder de indruk en het beste moet nog komen. Volg ook onze Facebook en Instagram accounts voor foto’s (al kan het vanwege trage wifi-verbindingen soms even duren voordat die erop staan) of volg Geraldine van 3 op reis. Zij doet praktisch hetzelfde als wij in de eerste twee weken. En ja, ook wij gaan ons nog aan de cavia wagen. Blijf ons dus volgen. En voor wie het wil weten: Roel voelt zich inmiddels weer prima (en Eugénie ook hoor).
Ciao,
Eugénie en Roel
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley